Niemand heeft een naam die zo geschikt is om baanwielrenner te worden als Stan Tourné. Een café in Schaarbeek werd voor hem tot piste omgebouwd, Eddy Merckx hielp hem met zijn huiswerk en hij lag urenlang in hete baden met wijnzazijn en keukenzout. Nog redenen nodig om naar het verhaal van een van dé iconen van het pistewielrennen in de jaren '80 te luisteren? U moest al op play gedrukt hebben.
--------
23:19
--------
23:19
Mewaël, voorlopig alleen nog broer van
Zijn voornaam Mewaël kent voorlopig niemand, zijn familienaam doet iedere wielerliefhebber opkijken: Girmay. Mewaël is de jongere broer van Biniam. Hij is tweedejaars belofte bij Wanty en hij wil zo snel mogelijk zijn voornaam even bekend maken als zijn familienaam. Een tocht die begint in Heusden, een dorpje in de buurt van Gent.
--------
14:50
--------
14:50
Le roi du Mont Ventoux
Roland Hurtecant uit Brugge fietste de Ventoux op zoals wij naar de bakker om de hoek fietsten. 216 keer deed hij het, de laatste keer toen hij al diep in de ’70 was. Veertig zomers na elkaar met tientallen avonturiers in zijn zog vanuit Brugge. Maar hij deed meer: hij fietste naar Dakar, Vladivostok, Niger en IJsland en leefde een leven vol avonturen. En sinds 2019 rust hij, waar dacht je, op de Ventoux. Zoon Christof blikt met enkele kompanen terug op het leven van zijn heldhaftige vader. En op de klassieker Brugge – Mont Ventoux.
--------
20:45
--------
20:45
De wetenschap achter de lange vlucht? Het kan niet!
Wetenschappers zwaaien niet snel met superlatieven als bovenaards en buitengewoon. Laat staan Merckxiaans. Maar toen professor aerodynamica Bert Blocken (Heriot-Watt University Edinburgh) een wetenschappelijk artikel wou schrijven over ontsnappingskoningen, kon hij als wielerfan toch even niet anders dan uit zijn rol vallen. Hij gaf het stuk de titel 'Een wetenschappelijke ode aan de ontsnappingskoning'.
--------
12:02
--------
12:02
Wie was Albert, de wielerheld van mijn koershatende opa?
Bij het opruimen van de grootouderlijke zolder botste Ward Bogaert op een opstelletje, dat zijn opa in 1937 had geschreven. Hij was toen 16.Het opstel gaat over een koers, waarin ene Albert Beckaert een hoofdrol speelt. Ward wil perse weten wie die Albert Beckaert was en hoe hij destijds geslaagd is in iets wat Ward nooit lukte: zijn opa begeesteren voor het wielrennen.