Powered by RND
PodcastsKunstBijbellezen met Jan

Bijbellezen met Jan

Jan Heijnen
Bijbellezen met Jan
Nieuwste aflevering

Beschikbare afleveringen

5 van 201
  • [Bijbel in 1 dag] - Brieven van Johannes
    1, 2 & 3 Johannes (10 minuten) De drie brieven van Johannes zijn hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de apostel Johannes, die ook het evangelie van Johannes en Openbaring schreef. Qua stijl lijken ze erg op het Johannesevangelie en evenals in dat Bijbelboek wordt de naam van de schrijver niet genoemd. De reden is dat de lezers van de brieven wisten wie ze had geschreven. Waarschijnlijk dateren ze van tussen het jaar 90 en 95. In die tijd was de apostel Johannes de enige van de twaalf leerlingen die nog over was. De andere elf waren met geweld om het leven gebracht tijdens het verspreiden van het evangelie. Volgens de overlevering is Johannes tijdens zijn leven ook gemarteld, maar stierf hij in vrede. Hij was toen overigens wel verbannen naar het Griekse eiland Patmos. Johannes en zijn broer Jakobus werden door Jezus gekscherend ‘zonen van de donder’ genoemd, vanwege hun opvliegende karakter. Eens, toen een bepaalde stad hen niet wilde ontvangen, vroegen ze Jezus of ze vuur uit de hemel mochten laten komen om die stad te verwoesten. Jezus weigerde beleefd. Ook lieten ze hun moeder aan Jezus vragen of ze in Jezus’ koninkrijk later de belangrijkste plaatsen naast Hem mochten innemen. Jezus antwoordde dat het niet aan Hem was om daarover te beslissen. Dat uitgerekend Johannes later de ‘apostel van de liefde’ werd genoemd en hij uit nederigheid zijn naam niet zette onder zijn evangelie en brieven, laat zien hoe God hem heeft gevormd. Johannes was een trouwe discipel. Hij stond met Maria aan het kruis toen Jezus stierf en beloofde aan Jezus om voor Zijn moeder te zorgen. Petrus was de leider van de eerste christenen na Jezus’ hemelvaart, en Johannes was de tweede man. Hij bevond zich waarschijnlijk in Efeze in Klein-Azië (het huidige Turkije) toen hij zijn evangelie en deze drie brieven schreef aan de christenen in Klein-Azië. 1 Johannes heeft overigens niet de kenmerken van een brief. Er zit geen aanhef aan het begin en geen groet aan het eind. Deze tekst leest meer als een poëtische preek. Daar komen we zo op terug. 2 en 3 Johannes Laten we eerst kijken naar 2 en 3 Johannes. Dit zijn wel echte brieven, gericht aan specifieke personen bovendien. De brieven zijn erg kort en pasten op één vel papyrus. Het zijn de kortste Bijbelboeken van het Nieuwe Testament. Johannes overzag het netwerk van kerken in Klein-Azië en merkte dat er problemen ontstonden, met name door mensen die niet het ware evangelie verkondigden. Zij geloofden niet dat Jezus de Zoon van God was en dat Hij de door God gestuurde Messias was. Er was ook een beweging in opkomst die de fysieke wereld als slecht zag en voor wie alleen de geestelijke wereld belangrijk was. Deze mensen zaaiden verdeeldheid. 2 en 3 Johannes zijn bedoeld om de wind uit de zeilen te nemen van de verkeerde mensen. 2 Johannes is gericht aan een vrouw die niet met naam wordt genoemd. Vermoedelijk leidt ze een huiskerk en Johannes verwacht dat de verkeerde mensen ook bij haar zullen aankloppen. Hij dringt er bij haar op aan dat ze hen niet helpt. In 3 Johannes wordt een man aangeschreven, een zekere Gaius. Johannes draagt hem op de goede zendelingen juist te helpen. Dit zijn medewerkers van Johannes. Een andere kerkleider, een zekere Diotrefes, wil echter niets met Johannes te maken hebben, en evenmin met mensen die dezelfde boodschap als Johannes brengen. Maar Gaius moet Johannes’ medewerkers helpen. Hij schrijft ook dat hij van plan is snel langs te komen om Diotrefes te confronteren. De twee brieven laten zien met welke conflicten de vroege kerk te maken had en hoe de christenen daarmee moeten omgaan. Eigenlijk is de boodschap hetzelfde als we in de hele Bijbel zien: wees trouw. Blijf geloven in de waarheid. God is met ons. 1 Johannes Dat is uiteraard ook de kern van 1 Johannes, maar dit Bijbelboek gaat wel een stuk dieper. Het is een prachtige, maar ook uitdagende preek om twee redenen. Ten eerste is Johannes een man van ‘absoluten’. Doe dit, doe dat niet. Als je dit doet, dan dat. Als je dat niet doet, dan gebeurt dit. Waar Paulus’ teksten ingewikkeld worden door alle nuances en uitzonderingen, houdt Johannes het simpel. Hij zegt bijvoorbeeld: ‘Dat wij God kennen weten we doordat we ons aan Zijn geboden houden. Wie zegt: ‘Ik ken Hem,’ maar zich niet aan Zijn geboden houdt, is een leugenaar; de waarheid is niet in hem.’ - 1 Johannes 2:3-4 Dit laat weinig ruimte voor het maken van fouten. Wie houdt zich 100 procent aan Gods geboden? Zelfs Johannes niet. Gelukkig zegt Johannes zelf ook: ‘Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige.’ - 1 Johannes 1:2 In de rest van de Bijbel en zeker ook in het evangelie van Johannes zien we mensen fouten maken en toch worden ze aangenomen door God. Johannes kan dus niet bedoelen dat een christen nooit kan zondigen. Wat hij wel doet, is het toepassen van een schrijverstechniek. Door alles zwart-wit op te schrijven, zet hij de lezer op scherp. Johannes redeneert in cirkels De andere reden dat de eerste brief van Johannes zo uitdagend is, is dat deze preek niet lineair is opgebouwd. Hij gaat dus niet van punt A naar punt B naar punt C. Hij redeneert in cirkels. Hij gaat naar punt A, naar punt B, naar punt C, en weer terug naar A, maar ditmaal belicht hij een ander aspect van punt A. Hetzelfde met B en C, en dan keert hij weer terug naar A. De introductie van 1 Johannes lijkt erg op de opening van het Johannesevangelie. Ook hier heeft Johannes het over het Woord van God, dat hij in levende lijve heeft gezien. Met het Woord van God bedoelt hij Jezus, maar voor hem zijn God en Jezus één. Zie het als twee kanten van een medaille. Johannes spreekt in de ‘wij-vorm’: ‘Wij - de apostelen - verkondigen de boodschap aan u’. ‘U’ zijn alle mensen die Christus ook volgen. Door Gods Woord te horen, zijn ze verbonden met God. God is licht, wandel in het licht Het eerste punt dat Johannes naar voren brengt, is dat God licht is. Er is in Hem geen spoor van duisternis. Daarom moeten wij ‘wandelen in het licht’. Dat betekent: dicht bij God leven en doen wat Hij van ons verlangt. Of iets strenger gezegd: hou je aan Jezus’ geboden. Welke zijn dat? De belangrijkste is in ieder geval het gebod dat Jezus gaf tijdens het laatste avondmaal met Zijn leerlingen: dat ze elkaar lief hebben zoals Hij hen lief heeft. Natuurlijk schieten we tekort. Maar daar hoeven we niet bang voor te zijn, want Jezus heeft voor al onze zonden betaald. Dat neemt niet weg dat we ernaar moeten streven om een ‘heilig leven’ te leiden. Of, in de woorden van Johannes: een leven in het licht. Je leidt een leven in het licht als je de ander liefhebt. De zonde en het kwaad zijn al overwonnen. Dus we kunnen ook leven zoals God dat wil. Mits je de wereld niet liefhebt. ‘Volg de weg van Jezus, niet de weg van de wereld’, zegt Johannes dan ook. Op de weg van de wereld zijn mensen jaloers en zelfzuchtig. Ze buiten anderen uit om er zelf beter van te worden. Het gaat hier vooral om trots en seksuele uitspattingen. Doe dit niet, want dit alles gaat voorbij. Wie Gods wil doet, blijft tot in eeuwigheid. Anti-christenen Er volgen stevige waarschuwingen voor de mensen die juist Jezus niet meer volgen. Johannes noemt hen ‘anti-christenen’. Ze deden zich voor als volgelingen van Jezus, maar bleken dat niet te zijn. Ze waren nooit oprecht in hun geloof. Maar wie zich aan de waarheid houdt en Jezus oprecht volgt, is een kind van God en kan niet verloren gaan. Johannes komt bij zijn tweede belangrijke boodschap aan over wie God is: God is liefde. Dit betekent dat wij - Gods kinderen - elkaar lief moeten hebben en elkaar niet mogen haten. Wat liefde is, hebben we geleerd van Jezus zelf. Hij gaf het voorbeeld door Zijn leven te geven voor ons. Wij mogen ons hart niet sluiten voor een broeder of zuster die gebrek lijdt. De apostel waarschuwt zijn lezers opnieuw voor de mensen die de waarheid verdraaien. Hij noemt ze nu valse profeten. Ze claimen namens God te spreken, maar als hun boodschap niet overeenkomt met wat de Bijbel zegt over Jezus, dan zijn ze geen echte profeten. Ware christenen houden zich aan de waarheid: dat God ons liefheeft en dat Hij Zijn Zoon heeft gestuurd om voor onze zonden te betalen. Deze onzelfzuchtige liefde moeten wij ook laten zien. Als wij bovendien Gods liefde voor ons zien, weten we ook dat we niet bang hoeven te zijn voor deze God. Er is geen straf. Ben je gered? Als wij geloven dat Jezus de Christus is, zijn wij uit God geboren. En wie uit God geboren is, overwint de wereld. Hij heeft ons lief, wij hebben Hem lief. Doordat we via ons geloof in de opgestane Jezus met God zijn verbonden, mogen we ook weten dat we eeuwig met Hem leven. De eerste brief van Johannes kunnen we op verschillende manieren lezen. Er is een manier die ik nog niet heb benoemd. Johannes wil dat zijn lezer zichzelf kan testen. Christenen kunnen worstelen met vragen als: hoor ik wel echt bij Jezus? Houdt Hij van mij? Heb ik God wel echt lief? En de hamvraag: ben ik gered? Johannes somt in totaal 11 vragen op. Als je deze positief beantwoordt, kun je er zeker van zijn dat je een oprecht geloof hebt. 1. Heb je gemeenschap met God en Jezus? (Vrij vertaald: dat betekent dat je dicht bij God leeft, dat je Zijn partner bent, dingen met Hem deelt.)
    --------  
    12:59
  • S5, A1 - Ruth les 1 - Waarom verlaten jullie het 'Huis van brood'?
    S5, A1 - Ruth les 1 - Waarom verlaten jullie het 'Huis van brood'?
    --------  
    12:32
  • [Bijbel in 1 dag] - 2 Petrus
    2 Petrus (5 minuten) De tweede brief van Petrus is net als de eerste brief gericht aan de kerken in Klein-Azië, het huidige Turkije. Petrus schrijft deze brief echter onder hele andere omstandigheden. Hij zit gevangen en Jezus heeft hem laten weten dat hij dit niet zal overleven. Hij is later inderdaad geëxecuteerd in Rome, waarschijnlijk in de tuinen van keizer Nero. Tegenwoordig is dit het Sint Pieters-plein, een onderdeel van het Vaticaan. Volgens de overlevering onthoofdden de Romeinen Petrus’ vrouw voor hij zelf ter dood werd gebracht. Hij zou haar hebben toegeroepen: ‘Denk aan de Heer!’ toen ze naar het schavot werd geleid. Voor Petrus zelf was de straf nog zwaarder. Hij werd gekruisigd, maar weigerde te sterven zoals Jezus en stond erop ondersteboven te worden gekruisigd. Hij zou inderdaad op deze manier aan zijn einde zijn gekomen, al staat zijn dood niet beschreven in de Bijbel. Het past wel bij het karakter van Petrus, de ‘alles-of-niets-volgeling’ van Jezus. Een afscheidsbrief Zijn tweede brief is in feite een afscheidsbrief. Zijn laatste boodschap is er één die de christenen aanmoedigt te blijven geloven, en zich niet te laten afleiden door mensen die de waarheid niet spreken. ‘Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen.’ - 2 Petrus 1:5-7 Doe er alles aan om steeds meer te lijken op Jezus, zegt Petrus. We zijn niet volmaakt, maar Hij geeft ons alles wat we nodig hebben om te leven zoals Hij dat wil. Laten we ons dan ook tot het uiterste inspannen om dat te doen. Zoals gezegd gaat Petrus vervolgens dieper in op mensen die niet de waarheid spreken. Zo waren er in Petrus’ tijd al genoeg mensen die sceptisch waren over zijn getuigenis over Jezus’ leven, dood en opstanding. Tegenwoordig zijn er ook veel mensen die dit niet kunnen geloven. ‘Maar’, zegt Petrus, ‘Ik heb het allemaal zelf gezien en meegemaakt. Ik heb zelfs Jezus voor mijn ogen veranderd zien worden in een hemels wezen’. Hij verwijst naar dat moment op de berg waar Mozes en Elia verschenen aan Jezus en God hoorbaar tot Jezus sprak. ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’ Valse leraren verraden Jezus Petrus gaat verder met te zeggen dat er altijd mensen zullen zijn die valse leren verspreiden. Zij zeggen de waarheid te hebben, maar ondertussen leiden ze een losbandig leven, vertellen de verkeerde dingen, worden ze gedreven door hebzucht en verraden ze Jezus. Ze denken dat ze niet ten onder gaan, maar dat gaat wel gebeuren. Sterker nog, we zien dit patroon ook in het Oude Testament. In de tijd van Genesis waren er bijvoorbeeld engelen die zondigden en mensen tot zonden verleidden. Zij ontliepen hun straf niet. Niet veel later kwam de zondvloed. Niemand geloofde dat die kwam, behalve Noach en zijn zeven familieleden. Later verwoestte God de steden Sodom en Gomorra en alleen Lot en zijn dochters werden gespaard. In ieder voorbeeld kwam het oordeel plotseling en alleen die mensen die hun vertrouwen op God hadden gesteld, werden gered. De zogenaamde leraren over wie Petrus het heeft, zijn misschien wel erger dan de genoemde engelen, dan de mensen ten tijde van de zondvloed en dan de inwoners van Sodom en Gomorra. Ze zijn volledig afgedwaald en weigeren zich te bekeren. ‘Ze praten over vrijheid, maar zijn slaven van de zonde’, geeft Petrus aan. Komt Jezus spoedig terug? Het lijkt er zelfs op dat ze de woorden van Paulus misbruiken om hun gedrag te rechtvaardigen. We hebben in zijn brieven gezien dat hij veel spreekt over vrijheid. Paulus bedoelt echter de vrijheid om het goede te doen en te breken met de zonde, niet om te blijven zondigen. Waarom gaan deze mensen door met hun zondige gedrag? Omdat ze niet geloven in de tweede komst van Jezus. Het duurt allemaal zo lang. Op het moment dat Petrus zijn brief schrijft, is het inmiddels al dertig tot veertig jaar geleden dat Jezus naar de hemel was teruggekeerd. En had Hij niet gezegd dat Hij spoedig zou terugkeren? Zo mag je niet denken, volgens Petrus. Wij mensen hebben een beperkt begrip van de tijd. ‘Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heer is niet traag met het nakomen van Zijn belofte, zoals sommigen menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.’ - 1 Petrus 3:8-9 Wees sterk in geloof God heeft de wereld al eens uit het niets geschapen en Hij zal dat opnieuw doen. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De enige reden dat God wacht, is omdat Hij zoveel mogelijk mensen de mogelijkheid wil geven hun vertrouwen op Hem te stellen. Als je hiernaar uitziet, span je dan in om zo smetteloos mogelijk te leven. Wij weten wat er gaat komen. Wees daarom op je hoede en laat je niet meeslepen op de dwaalwegen van anderen. Wees sterk in je geloof, groei in genade en in kennis van Jezus Christus, onze Heer. Dat is het laatste wat wij horen van de leerling die Jezus vlak voor Zijn kruisiging verried, maar veertig jaar later zijn leven gaf voor diezelfde Jezus.
    --------  
    7:25
  • [Bijbel in 1 dag] - 1 Petrus
    Petrus is één van de meest interessante personages uit het Nieuwe Testament. Zijn broer Andreas liet hem Jezus ontmoeten. Beiden behoorden tot de twaalf leerlingen die door Jezus werden uitgekozen om het meest met Hem te mogen optrekken. Van die twaalf was Petrus de onbetwiste leider. Hij was de leerling ‘met het hart op de tong’. Hij sprak eerst en dacht dan pas na, een echte ‘alles-of-niets-persoon’. Jezus stak veel tijd in het vormen van Petrus’ karakter. Petrus heette eigenlijk ‘Simon’, maar nadat hij Jezus ‘Messias’ had genoemd, ging Jezus hem ‘Petrus’ noemen. Dat betekent ‘steen’ of ‘rots’. Als Petrus iets goeds deed, gebruikte Jezus zijn nieuwe naam. Maar iedere keer dat hij de mist in ging, noemde Jezus hem weer ‘Simon’. Petrus was ook de leerling die Jezus volgde na zijn arrestatie en degene die Hem publiekelijk afviel door te ontkennen dat Hij bij Jezus hoorde. Na Zijn opstanding nam Jezus Petrus apart en vroeg Hij hem drie keer of hij van Hem hield. Zo herstelde Jezus de gebroken Petrus, die nu echt wist dat hij buiten Jezus om niets te bieden had. Hij kon alleen leven en werken vanuit Jezus’ genade. Dat is ook de boodschap die Petrus bracht aan iedereen die maar naar hem wilde luisteren. Na de komst van de heilige Geest met Pinksteren leidde Petrus de eerste kerk in Jeruzalem, maar na een aantal jaar ging hij het evangelie brengen naar heidenen. Hij was getrouwd en zijn vrouw ging met hem mee op zijn zendingsreizen. Uiteindelijk belandde Petrus in Rome, waar hij twee brieven schreef die bewaard zijn gebleven. Christenen worden zondebok De eerste noemen we 1 Petrus en deze is waarschijnlijk rond het jaar 64 geschreven. Keizer Nero was net aan de macht gekomen. Hij wilde Rome grondig verbouwen tot eer en glorie van hem zelf. Daarvoor moest eerst veel worden afgebroken en dus liet hij de stad in brand steken, aldus een hardnekkig gerucht in die tijd. Talloze Romeinen raakten hun huis kwijt, tempels met afgoden werden verwoest en ongetwijfeld vielen er ook veel doden en gewonden. Dit leidde tot een diepe crisis. Of Nero nu wel of niet verantwoordelijk was voor de brand: hij had een zondebok nodig. Hij wees de christenen aan die de Romeinse cultuur toch al afwezen. De vervolging die losbrandde was ongekend. Veel gelovigen stierven de marteldood. Petrus schreef zijn brieven aan de kerken in Klein-Azië (het huidige Turkije), waar ook vervolging was. De eerste brief van Petrus is een aanmoediging om te blijven geloven, zelfs als je moet lijden. Hij laat zien dat lijden erbij hoort. Mensen die God oprecht volgen, zijn altijd in de minderheid geweest en hebben het altijd zwaar gehad. Toch is er juist voor hen hoop. Die hoop is te vinden in Jezus Christus. Vervolging biedt zelfs een kans om de liefde van Jezus door te geven. Uiteindelijk zal Jezus terugkomen, al weten we niet wanneer. Lijden en vervolging als zuiverend vuur Petrus begint zijn brief met een groet en daarna prijst hij God voor Zijn rijke genade. Wij leven in hoop dankzij de dood en opstanding van Jezus. Er wacht ons namelijk een erfenis die nooit verloren zal gaan. Om die reden kunnen wij gelukkig zijn, zelfs als we allerlei beproevingen te verduren hebben. Hierdoor kan de echtheid van ons geloof blijken. Lijden in het algemeen en vervolging in het bijzonder werkt als een zuiverend vuur. Petrus zegt dat de profeten uit het Oude Testament al wisten dat de Messias moest lijden en ze probeerden erachter te komen wanneer dit zou gaan gebeuren. Zij kregen het antwoord niet. Maar nu is Jezus gekomen en daarom moeten wij al onze hoop op Hem vestigen. ‘Laten we als gehoorzame kinderen zijn’, zegt Petrus. ‘Leid een heilig leven en ontdoe je van alles wat slecht is.’ Petrus trekt hier de verhaallijn van het Oude Testament door naar de levens van de mensen in zijn tijd. Nu, ongeveer tweeduizend jaar later, spelen wij nog steeds een rol in het grote verhaal van God en mens. In Petrus’ woorden: wij zijn Gods volk. Wat houdt dat in? Bijvoorbeeld dat wij zijn als vreemdelingen in een land ver van huis. We wonen er wel, maar zijn in veel opzichten toch anders. Als we te midden van de ongelovigen een goed leven leiden, dan komen de mensen die het ons lastig maken wellicht tot inkeer. Gelovigen moeten het gezag van de overheid erkennen. Door het goede te doen, moeten we onwetende dwazen de mond snoeren. We zijn vrij, maar mogen die vrijheid niet misbruiken om ons te misdragen. Staat je leven in het teken van het Evangelie? Petrus roept slaven op om goed te zijn voor hun meesters, ook voor degenen die hen slecht behandelen. Het is een blijk van genade als je onverdiend leed kunt verdragen. Dat deed Jezus ook en zo heeft Hij ons gered. Hetzelfde geldt voor vrouwen die tijdens hun huwelijk tot geloof gekomen maar van wie de man nog ongelovig is. Zij moeten goed voor hem zijn, in de hoop dat hij tot geloof komt. Bij dit soort teksten is het goed je te realiseren dat de Bijbel hier in het algemeen spreekt. Het gaat te ver om in dit boek dieper in te gaan op onderwerpen als trouwen met ongelovige partners, scheiden, of misbruik en mishandeling in het huwelijk. Dit zijn hele delicate onderwerpen en als je Bijbelverzen uit hun verband rukt, kun je elk standpunt onderbouwen met de Bijbel. Zoek daarom altijd pastorale hulp als je vragen op dit terrein hebt. Petrus’ boodschap is dat ons leven in het teken moet staan van het evangelie. Dat kan betekenen dat we offers moeten brengen, zoals Jezus dat voor ons deed. Neem christelijke mannen bijvoorbeeld. Zij moeten goed omgaan met hun vrouw. Zij is minstens zo belangrijk als hijzelf. Zij is zijn gelijke en hij mag niet als een dictator over haar heersen. Zo laten we Christus’ liefde zien aan de mensen om ons heen. Wees niet verbaasd als je moet lijden Hoewel mensen tot geloof komen als wij leven zoals Jezus wil, zal deze houding van christenen de vervolging helaas niet stoppen. Daarom wijst Petrus ons op de verlossing in Jezus Christus, die ook allerlei onrecht moest verdragen. Doordat Hij dit deed, redde Hij ons. Wij zijn door ons geloof verbonden met Jezus’ lijden, dood en opstanding. Het symbool van deze verbondenheid is de doop. We mogen daarom niet verbaasd zijn als ook wij moeten lijden vanwege ons geloof. Sterker nog, we zouden vreugdevol moeten zijn. Het betekent namelijk dat we bij God horen. Petrus roept de leiders van de kerken op om dienende leiders te zijn en tot slot wijst hij de christenen erop wie de echte vijand is: de duivel die altijd op zoek is naar een prooi om te verslinden. We moeten ons verzetten tegen hem door trouw te blijven geloven en te doen wat Jezus ons heeft geleerd. Petrus sluit af met een groet mede namens zijn medewerker Silvanus, die de brief heeft opgesteld voor Petrus. Dan doet hij de groeten van ‘de gelovigen in Babylon’. Petrus bevindt zich in Rome, een stad die net zo slecht was als het oude Babylon. Hij noemt de naam ‘Rome’ niet, waarschijnlijk omdat hij is ondergedoken en hij niet wil dat de Romeinen weten waar hij zit. Het is ook een verwijzing naar de ballingschap, toen het volk van God zich als vreemdeling bevond in het Babylonische rijk.
    --------  
    9:37
  • [Bijbel in 1 dag] - Jakobus
    Jakobus is Jezus’ broer. Tijdens Jezus’ leven hadden Zijn moeder, Zijn broers, Zijn zussen én Jakobus zelf moeite om Jezus te geloven. Ze wilden Jezus, toen zich een menigte om Hem heen had verzameld, daar zelfs eens bij weghalen omdat ze dachten dat Hij gek geworden was, staat in Marcus 3. Maar in Paulus’ eerste brief aan de christenen in Korinte staat dat de opgestane Jezus ook aan Jakobus verscheen. Zowel Maria (de moeder van Jezus) als Jakobus wachtten in Jeruzalem op de komst van de heilige Geest met de andere leerlingen van Jezus. Toen geloofden ze dus wel dat Jezus de beloofde Messias was. Jakobus werd één van de leiders van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem. Er wordt van hem gezegd dat hij ‘kamelenknieën’ had doordat hij zoveel tijd in gebed doorbracht. Hij is omstreeks het jaar 62 vermoord door de Joodse leiders. Eén van de geschiedschrijvers zegt dat hij is gestenigd, een andere dat hij van de dak van de tempel is gegooid en vervolgens met knuppels is doodgeslagen. Hij kwam in ieder geval met geweld om het leven. De conferentie van Jeruzalem Jakobus is ook bekend vanwege de ‘conferentie van Jeruzalem’, die vermoedelijk in 49 werd gehouden. Je herinnert je dit misschien nog uit het boek Handelingen. Veel Joden die Christus volgden, vonden dat de heidense gelovigen zich nu ook aan de Joodse wetten en voorschriften moesten houden. Petrus, Paulus en Jakobus gaven aan dat dit niet nodig was, omdat in Jezus de wet was vervuld. Slechts drie dingen bleven overeind: eet geen vlees dat is geofferd aan afgoden, onthoud je van seksuele losbandigheid en eet geen vlees waar nog bloed in zit. De brief van Jakobus is waarschijnlijk enige tijd voor deze conferentie geschreven, anders was de vergadering in Jeruzalem wel genoemd. Jakobus zette zijn boodschap vermoedelijk op papier tussen 44 en 49. Dat betekent dat ‘Jakobus’ het oudste boek van het Nieuwe Testament is. Een stukje van het evangelie Het is een mooie en praktische brief, maar ook uitdagend. Er wordt veel nadruk gelegd op hoe we moeten leven en daardoor kan het lijken dat Jakobus beweert dat we op een bepaalde manier moeten leven, willen we door God worden geaccepteerd. Dat is echter niet het geval. Wat Jakobus schrijft, vult aan wat we uit de rest van de Bijbel weten. Paulus legt in zijn brief aan de Romeinen het hele evangelie uit. Hij vertelt hoe zondig we zijn, waarom de wet ons niet kan vrijmaken, waarom we een verlosser nodig hebben, hoe Jezus ons heeft gered en wat dat betekent voor hoe we moeten leven. Jakobus richt zich op een stukje van dat evangelie: hoe God wil dat we leven nu we bij Jezus horen. Wie Jakobus bestudeert, hoort echo’s van andere bekende gedeeltes uit de Bijbel en dan met name de Bergrede (Matteüs 5) en Spreuken. In Jakobus’ brief zitten veel krachtige oneliners. Net als in Spreuken, gaat het erom hoe de lezers ‘wijs’ kunnen worden. Het begint met God vragen om die wijsheid. En ook: wees nederig. Prijs jezelf gelukkig als je op de proef wordt gesteld en staande blijft. Luister naar de ander voor je spreekt. Wees zachtmoedig. Wees niet rap van tong. Wil je God dienen? Doe dit dan door de weduwen en wezen bij te staan. Beoordeel mensen niet op hun uiterlijk en behandel arme mensen goed. Kun je geloven zonder daden? Waar het op neerkomt, is dat als je gelooft daar ook een bepaalde levensstijl bij past. Er zijn genoeg mensen die denken dat zeggen dat je gelooft voldoende is. ‘Maar’, zegt de broer van Jezus, ‘hoe kun je zeggen dat je gelooft terwijl dat niet blijkt uit de manier waarop je leeft?’ Om een extreem voorbeeld te geven zegt Jakobus: ‘De demonen geloven ook dat God de enige God is. Toch zijn ze bang.’ Ze zijn bang, omdat ze tegen God in opstand zijn gekomen en weten dat ze de strijd hebben verloren. Een geloof zonder daden is dood. Abraham moest zijn zoon Isaak offeren, zoals we hebben gelezen in Genesis. De eerstgeborene als prijs voor de zonde van de hele familie. Maar God had beloofd dat Isaak zijn erfgenaam zou zijn en dat uit hem een heel volk geboren zou worden. In geloof ging Abraham de berg op. Hij vertrouwde erop dat God redding zou brengen en dat deed God ook. Het is een voorbeeld van geloof en daden die hand in hand gaan. Hetzelfde gold voor de prostituee Rachab, die Israëls verkenners hielp ontsnappen uit Jericho. Ze had gehoord wat God had gedaan voor het volk Israël, geloofde dat Hij de ware God was, en deed wat juist was in de ogen van God. Ze had gedood kunnen worden als verraadster, of ze had kunnen omkomen bij de val van Jericho, maar God redde haar. Dringende adviezen Dan gaat Jakobus verder met het geven van dringende adviezen. Opnieuw waarschuwt hij tegen spreken zonder nadenken en tegen roddelen. Onze tong kan God zegenen én Hem vervloeken. De tong is dus een gevaarlijk instrument. Verder moeten we ons in alle nederigheid onderwerpen aan God. We zijn geneigd alleen aan onszelf te denken. Als we bidden, verhoort God ons niet, omdat we niet bidden voor wat God wil, maar voor wat wij willen. Laten we ons daarom verzetten tegen de duivel en doen wat God vraagt. Als we dicht bij God komen, komt Hij ook dicht bij ons. Wij zijn van God afhankelijk, want alleen Hij weet of we er morgen nog zijn of niet. Laten we dus niet arrogant allerlei plannen maken zonder ons te realiseren dat we van Hem afhankelijk zijn. Wees niet hoogmoedig. Harde woorden zijn er ook voor de rijken die niet leven zoals God dat wil. Hun rijkdom zal vergaan. In plaats daarvan is het beter geduldig te leven in de verwachting dat de Heer terugkomt. Wees standvastig, zoals ook Job standvastig was toen hij alles kwijtraakte wat hem dierbaar was. Als je het moeilijk hebt, laat dan voor je bidden. Ware wijsheid Ben je ziek? Laat dan de leiders van de kerk voor je bidden en je zalven met olie. Beken elkaar je zonden en bid voor elkaar. Dan zul je worden genezen. Dit is een tekst waar al talloze boeken over geschreven zijn. Niet iedere zieke wordt beter, maar zonden worden wel altijd vergeven. Hoewel we niet altijd weten wat God doet met ons gebed, moeten we wel blijven bidden. Door dit alles te doen, worden we ‘volmaakt’, zegt Jakobus verschillende keren in zijn brief. Het Griekse woord dat hij hier gebruikt, betekent: ‘heel zijn’. Ofwel: je daden komen precies overeen met je geloof en met je waarden en normen. Iedereen weet dat dit eigenlijk niet te doen is. Maar God werkt in ons en brengt ons steeds dichter bij die volmaaktheid. Het begint met wijsheid, waar we God in geloof om kunnen vragen zonder te twijfelen aan Gods intenties en karakter. Ware wijsheid is, doen wat God van je vraagt ondanks je omstandigheden. Of je nu arm, rijk of ziek bent, God voorziet. Hij vult aan wat wij tekortkomen. Dat is Jezus’ wet; de wet van de vrijheid. In Jezus eigen woorden: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.’ - Matteüs 22:37-40
    --------  
    9:11

Meer Kunst podcasts

Over Bijbellezen met Jan

Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Mijn naam is Jan Heijnen. Ik ben auteur van het boek ‘De Bijbel in 1 Dag’ en oprichter van het platform Bijbellezen met Jan. Ik wil mensen zoals jou helpen met het lezen, begrijpen en geloven van de Bijbel.In het eerste seizoen van de podcast bespreek ik in vogelvlucht alle Bijbelboeken. Deze afleveringen zijn gebaseerd op het boek 'De Bijbel in 1 Dag'. Het tweede seizoen staat in het teken van hoe je de Bijbel kunt lezen. Hierbij wissel ik solo-afleveringen af met gesprekken met gasten. Wil je ook met mij de Bijbellezen? Probeer dan eens een cursus of challenge. https://bijbellezenmetjan.nl/shop. 
Podcast website

Luister naar Bijbellezen met Jan, de Paulien Cornelisse podcast en vele andere podcasts van over de hele wereld met de radio.net-app

Ontvang de gratis radio.net app

  • Zenders en podcasts om te bookmarken
  • Streamen via Wi-Fi of Bluetooth
  • Ondersteunt Carplay & Android Auto
  • Veel andere app-functies
Social
v7.23.3 | © 2007-2025 radio.de GmbH
Generated: 8/23/2025 - 8:12:52 AM