[Bijbel in 1 dag] - Efeziërs
Efeziërs (5 minuten)
Paulus schreef de brief aan de gelovigen in Efeze terwijl hij in Rome huisarrest had. Dat was tussen 62 en 64. Efeze ligt in Klein-Azië en je kunt vandaag de dag nog steeds de ruïnes van deze stad bezoeken. De kerk in Efeze had Paulus zelf gesticht.
Eerst was hij naar de synagoge gegaan om met de Joden te debatteren. Zijn punt was natuurlijk dat de door God beloofde Messias al was gekomen. Hij heette Jezus, was gestorven voor onze zonden en was weer opgestaan. De meeste Joden geloofden Paulus echter niet en dus ging hij naar de niet-Joden. God deed veel wonderen door hem heen. Talloze mensen werden genezen van ziekten en mensen die waren bezeten van geesten werden bevrijd.
Efeze was een grote stad met veel tempels en afgoden. Het is daarom niet gek dat kwade geesten vat kregen op mensen. Dat zie je tegenwoordig nog steeds veel in landen als India en Bhutan, waar ook afgoden worden vereerd.
Het mooie was dat veel mensen tot geloof kwamen door deze wonderen en door Paulus’ woorden. Ze keerden zich af van hun zonden en verbrandden zelfs hun religieuze boeken. Een veelbelovend begin. Helaas zou het uiteindelijk verkeerd aflopen met deze kerk. In het laatste boek van de Bijbel, Openbaring, laat Jezus Johannes een brief schrijven naar de kerk. Daarin zegt Hij dat ze hun eerste liefde voor Hem zijn verloren.
Het evangelie en ons leven
We weten niet of de ‘brief aan de Efeziërs’ alleen gericht was aan de kerk in Efeze. In de oudste kopieën die we hebben van deze brief wordt Efeze niet genoemd. Het kan ook zijn dat de brief bedoeld was voor alle christenen in Klein-Azië, maar dat deze als eerste naar Efeze ging.
Voor het begrijpen van de brief maakt het echter niet veel uit. De brief aan de Efeziërs is een pareltje. In de eerste drie hoofdstukken vertelt Paulus het verhaal van de Bijbel in zijn eigen woorden en in de laatste drie beschrijft hij wat dat verhaal praktisch betekent voor ons eigen leven. Er zit ook mooie beeldspraak in de Bijbelverzen die Paulus heeft opgeschreven.
Paulus begint door God te danken voor al Zijn zegeningen. Hij hield al van ons voor het begin van de wereld en koos ons uit om kinderen van Jezus te worden. Zo werd Gods genade duidelijk. Het bloed van Jezus werd vergoten voor onze zonden. Dit offer redde ons én gaf eer aan God. De hele wereld behoort toe aan Christus. Christus is het Griekse woord voor ‘Messias’ en betekent dus ‘Verlosser’.
Paulus spreekt een prachtig gebed uit voor de lezers (en luisteraars) van deze brief. Hij vraagt God of Hij ons hart wil verlichten zodat we zullen begrijpen Wie onze hoop is, welke prachtige toekomst ons wacht en hoe groot Gods kracht en macht is voor hen die geloven.
Na dit gebed, legt hij uit dat zowel Joden als niet-Joden geestelijk dood waren door de zonde. Nu heeft Jezus ons echter geestelijk tot leven gewekt. Dat betekent dat we nog steeds lichamelijk zullen sterven, maar als dat gebeurt, zullen we bij Hem zijn in de hemel. Ons geloof heeft ons gered.
Geloof is een geschenk
Je zou kunnen denken dat we dus toch iets moeten doen om te worden gered. We moeten geloven. Dat geloof is echter een geschenk van God. Dit is een ingewikkelde boodschap. Is het nu God die ons redt of ons geloof? En als je niet-gelooft, is dat dan Gods schuld? Hier worstelen theologen al eeuwenlang mee.
Zelf probeer ik het zo op te lossen: God werkt in ons. Dat is een gegeven. Maar we hebben ook een vrije wil en ook wij kunnen werken voor ons geloof. Bijvoorbeeld door oprecht God te zoeken, door de Bijbel te lezen, te bidden en met andere christenen om te gaan. God werkt, wij werken.
Terug naar de tekst van Paulus. Hij beschrijft hoe de genade van God tot uitwerking kwam in zijn eigen leven. Paulus, de vervolger die misschien wel verantwoordelijk is voor de dood van verschillende christenen, mocht ook toetreden tot Gods familie. Sterker nog: uitgerekend hij mocht het goede nieuws vertellen aan de heidense volken. Hij dankt God, terwijl hij zelf gevangen zit. De Efeziërs mogen geen medelijden met hem hebben. Hij bidt opnieuw voor hen én voor ons. Ditmaal bidt hij dat we de lengte, de hoogte, de breedte en de diepte leren kennen van Jezus’ liefde.
Een familie van gelovigen
Wat betekent dit voor het leven van alle dag? We zijn allemaal verschillend, maar toch moeten we een eenheid vormen, zegt Paulus. Dat is niet vanzelfsprekend. We hebben echter één lichaam, één Geest, één hoop, één Heer, één geloof, één doop en één God, die onze Vader is. We moeten onze gaven en talenten gebruiken voor de kerk.
De mooiste definitie van ‘kerk’ is ‘een familie van gelovigen’. Paulus gaat zelfs nog iets verder. Alle gelovigen samen vormen het lichaam van Jezus op aarde. De kerk is dus geen gebouw of een organisatie. Ze is een levend organisme, waarin iedere gelovige als het ware een essentieel lichaamsdeel is. Dat lichaamsdeel functioneert als iedereen zijn gaven en talenten inzet. Het hoofd van het lichaam is Jezus Christus zelf.
Door het geloof in Jezus maken we dus deel uit van dit wereldwijde lichaam van Christus. We zijn nieuwe mensen geworden en moeten onze oude mens ‘afleggen’. Met andere woorden: we nemen afstand van onze zondige levensstijl, zoals we afstand nemen van een stel vieze kleren. We trekken de oude kleren uit en trekken nieuwe kleren aan.
‘Ga de weg van de liefde’
Dat betekent dat we niet meer liegen, maar de waarheid vertellen. Dat we ons leven niet laten beheersen door woede, maar dat we conflicten oplossen. We stelen niet, maar helpen anderen. We nemen geen wraak, maar vergeven. Je snapt het wel. In alles proberen we steeds meer op Jezus te lijken. ‘Ga de weg van de liefde’, houdt Paulus ons voor in hoofdstuk 5. En: ‘Laat de Geest u vervullen. Zing met elkaar, jubel met je hart voor de Heer en dank je hemelse Vader voor alles’.
Man en vrouw dienen elkaar
Met de Geest vervuld zijn, betekent ook dat je de ander belangrijker vindt dan jezelf. Dit zie je bijvoorbeeld in het huwelijk, waar man en vrouw elkaar moeten dienen.
Paulus zegt dat de vrouw het gezag van de man moet erkennen. Dit wordt vaak verkeerd uitgelegd, alsof de vrouw minder is dan de man en dat de echtgenoot dus haar leven kan bepalen. Dit is niet wat wordt bedoeld, want Paulus zegt ook dat de man zich moet opofferen zoals Christus zich opofferde voor ons.
En Jezus offerde alles op. Hij gaf Zijn rijkdom en Zijn plaats in de hemel op, Hij werd als een slaaf, had een zwaar leven en stierf een verschrikkelijke dood. Zijn hele tijd op aarde stond in het teken van ons.
Wat Paulus bedoelt, is dat er een gelijkwaardige wederkerigheid zit in de relatie tussen man en vrouw. Dat is een moeilijk manier om te zeggen dat man en vrouw gelijk zijn, en dat de één de ander dient. En als iemand al een ondergeschikte positie in moet nemen, is het de man. Hij leidt door te dienen. Hetzelfde principe geldt voor kinderen en ouders, slaven en meesters. Degene met de meeste macht moet het meeste dienen.
Tot slot legt Paulus uit dat we op onze hoede moeten zijn voor de geestelijke strijd. Er is nog veel kwaad in de wereld en er zijn hemelse wezens die zich achter de zichtbare werkelijkheid tegen ons keren. Maar God heeft ons een wapenuitrusting gegeven die we kunnen aantrekken: waarheid, gerechtigheid, inzet voor het evangelie, ons geloof, de verlossing en de Geest. Met ‘de Geest’ bedoelt Paulus in dit geval ‘Gods Woorden’. En bovenal roept hij ons op om te bidden.