Powered by RND
PodcastsKunstBijbellezen met Jan

Bijbellezen met Jan

Jan Heijnen
Bijbellezen met Jan
Nieuwste aflevering

Beschikbare afleveringen

5 van 194
  • [Bijbel in 1 dag] - Timoteüs
    1 & 2 Timotheüs (5 minuten) Behalve zijn brieven aan kerken schreef Paulus ook enkele ‘pastorale brieven’ gericht aan mensen die hij persoonlijk goed kende. Zo schreef hij twee brieven aan Timoteüs, een man uit het Turkse Lystra. Paulus leerde Timoteüs waarschijnlijk kennen tijdens zijn eerste zendingsreis. Zijn moeder en oma hadden hem al veel geleerd over het Oude Testament en Paulus vertelde de jonge Timoteüs over Christus, waarna hij tot geloof kwam. Later ging hij met Paulus mee op reis, waarschijnlijk vanaf zijn tweede zendingsreis. Timoteüs was toen waarschijnlijk nog net een tiener of inmiddels een jongvolwassene, want vijftien jaar later omschrijft Paulus hem nog steeds als een jonge man. Hij werd een echte vertrouweling van Paulus. Regelmatig stuurde Paulus hem op pad om namens hem werk te doen in kerken die al waren gesticht. De eerste brief 1 Timoteüs is vermoedelijk geschreven ná Paulus’ eerste gevangenschap in Rome. Dus ergens tussen de jaren 62 en 64. Timoteüs verbleef op dat moment in Efeze, waar bepaalde mensen vals onderwijs gaven. Deze mannen waren druk met het bestuderen van het Oude Testament en belandden in allerlei oeverloze discussies. Wat zij de mensen leerden, kwam niet langer overeen met wat Jezus, Paulus en de andere apostelen onderwezen. Dit leidde tot rare ideeën over voedsel, het huwelijk en seks. Het gevolg was een diepe verdeeldheid in de kerk. Precies zoals Jezus dat niet had bedoeld. Het Oude Testament en de wet van God bestuderen is goed, omdat we zo zullen ontdekken wat goed en wat verkeerd is. Zo had het voor Paulus ook gewerkt. Het goede nieuws is natuurlijk dat we in Jezus Christus genade ontvangen. Paulus is daar zelf het meest duidelijke voorbeeld van. Hij vervolgde de vroege kerk immers, maar ook hij mag bij Jezus’ familie horen. Aan Timoteüs de taak om deze leiders te corrigeren. Hij moet ervoor zorgen dat de christenen in Efeze zich wijden aan gebed voor de leiders van het Romeinse rijk en voor vrede. Die vrede moet ertoe leiden dat het evangelie zich verder kan verspreiden. God wil immers dat alle mensen worden gered. De rol van de vrouw De mannen die met elkaar in conflict zijn, moeten zich toewijden aan trouw gebed, zegt Paulus nog voor hij in gaat op een ander probleem. Er was een groep rijke vrouwen die maar wat graag helemaal opgedirkt naar de samenkomsten kwam, compleet met de mooiste en duurste mantels en sieraden. En ze hadden tijdens de bijeenkomsten ook regelmatig het hoogste woord. Van hen zegt Paulus dat zij zich waardig en sober moeten kleden. Dat is nog wel te begrijpen. Een stuk lastiger is de volgende tekst waarin Paulus zegt dat de vrouwen niet mogen onderwijzen en geen gezag over mannen mogen hebben. Dit kan op drie manieren worden uitgelegd: 1. Sommigen geloven dat Paulus hier zegt dat vrouwen onder geen enkele omstandigheid mannen mogen onderwijzen of leiden; 2. Anderen denken dat Paulus bedoelt dat vrouwelijke leiders ook mannen mogen onderwijzen, mits ze zelf correct onderwijs hebben ontvangen; 3 En weer anderen geloven dat Paulus hier zegt dat alleen deze vrouwen in Efeze geen onderwijs mogen geven vanwege hun gedrag in deze kerk. Welke interpretatie klopt, is moeilijk te zeggen. Christenen discussiëren er al eeuwenlang over. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat deze groep specifieke vrouwen in Efeze zich moeten laten bijscholen door Timoteüs, zodat ze zullen groeien in geloof. Uit de andere brieven van Paulus weten we bovendien dat hij vond dat vrouwen een belangrijke rol hadden in het verspreiden van het evangelie, zeker als het ging om het bereiken van andere vrouwen met het onderwijs van Jezus. Lydia uit Filippi was bijvoorbeeld een belangrijke kerkleider. Leiders en dienaars In zijn brief aan Timoteüs gaat hij dieper in op de toestand van het leiderschap. Timoteüs moet opzieners en diakenen aanstellen. Ofwel leiders en dienaars. De mannelijke leiders moeten hun gezinnen op een vaderlijke en waardige manier leiden. De dienaars zijn mannen én vrouwen die allerlei taken in de kerk uitvoeren. Ook van hen wordt geestelijke volwassenheid verwacht. Dat betekent een sober en waardig leven. Een man mag bijvoorbeeld maar één vrouw hebben. Hij noemt dit zo nadrukkelijk omdat het hebben van meer dan één vrouw regelmatig voorkwam in die tijd. Hierna vertelt Paulus aan Timoteüs hoe hij moet omgaan met het verkeerde onderwijs op het gebied van voedsel en het huwelijk. ‘Waarom zou God ons voedsel verbieden dat Hij zelf heeft gemaakt?’, vraagt Paulus zich hardop af. Hetzelfde geldt voor trouwen. Waarom zou je dat verbieden? Het slaat nergens op. Toch moet Timoteüs niet als een wilde tekeergaan. Hij moet de oude mannen met respect corrigeren. Weduwen, slaven en meesters Er is ook nog een misstand met het helpen van de weduwen. Blijkbaar stonden bij de christenen in Efeze de rijke weduwen vooraan in de rij om hulp te ontvangen, maar Paulus zegt dat de hulp alleen moet worden gegeven aan de weduwen die het echt nodig hebben: vrouwen zonder man of andere familie die voor hen zorgt. Timoteüs moet ook de huishoudens met slaven aanspreken. Het kan niet zo zijn dat slaven op hun meester neerkijken, ook al zijn ze in Christus gelijk. Ze moeten hem juist met nog meer inzet en eer dienen, zodat Gods naam wordt grootgemaakt. Op die manier krijgen christenen een positief imago en zullen nog meer mensen tot geloof komen, probeert Paulus daarmee aan te geven. En de rijke mensen in deze wereld mogen niet hoogmoedig zijn. Hun hoop ligt niet besloten in rijkdom maar in Jezus Christus. Geldzucht is zelfs de wortel van al het kwaad. Paulus besluit zijn eerste brief met een persoonlijke noot voor Timoteüs: ‘Waak over hetgeen je is toevertrouwd’. De tweede brief De tweede brief aan zijn trouwe medewerker heeft een andere toon. Niet dat Paulus ontevreden is over Timoteüs. Integendeel. Maar deze brief kon wel eens de laatste brief zijn die Paulus ooit heeft geschreven. Het is ergens tussen het jaar 64 en 67 en Paulus zit opnieuw gevangen in Rome. Dit keer is hij niet onder huisarrest geplaatst. Hij zit in een donkere, koude cel diep onder de grond. Uit vrees voor vervolging komen andere christenen niet meer bij hem op bezoek. Alleen Jezus is nog bij hem. Paulus weet vrij zeker dat hij ditmaal niet wordt vrijgelaten. Dat komt ook uit. Hij wordt niet veel later onthoofd. Timoteüs leidt nog steeds de kerk in Efeze en Paulus vraagt hem zo vlug mogelijk op bezoek te komen. ‘Neem mijn mantel mee, de winter komt eraan’, zegt hij. Of Timoteüs Paulus nog heeft gezien voor zijn sterven, is niet bekend. Timoteüs onder druk Paulus schreef deze brief ook om Timoteüs te bemoedigen. Het lijkt erop dat hij onder grote druk is komen te staan. De valse leraren zijn nog steeds actief en de vervolging is toegenomen. ‘Houd je vuur brandend’, zegt Paulus. Met andere woorden: ‘Blijf je werk met passie doen. Wees niet bang. God heeft je een Geest gegeven van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam je daarom niet voor de Heer en niet voor mij. Ik zit gevangen voor het evangelie. Lijden hoort erbij. Laat je niet afleiden door wat niet belangrijk is. Focus op je missie’. Met een kort gedicht probeert hij Timoteüs nog meer moed in te praten: ‘Als wij met Hem gestorven zijn, zullen we ook met Hem leven; als wij volharden, zullen we ook met Hem heersen; als wij Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen; als wij Hem ontrouw zijn, blijft Hij ons trouw, want zichzelf verloochenen kan Hij niet.’ - 2 Timoteüs 2: 11-13 Dat is ook wat Timoteüs de gelovigen moet blijven voorhouden. Ook mag hij de confrontatie met de corrupte leraren niet uit de weg gaan. Zij geloofden waarschijnlijk dat de opstanding alleen geestelijk was en dat deze dus had plaatsgevonden tijdens de bekering van de gelovige. Paulus benadrukt dat dit niet klopt. ‘Elke schrifttekst is door Jezus geïnspireerd’ Dit valse onderwijs werkt als een kwaadaardige tumor in het menselijk lichaam. Toch moet Timoteüs zich hier niet door laten afleiden. God weet wie werkelijk bij Hem horen. Daarom moet Timoteüs de valse leraren zachtmoedig terechtwijzen, in de hoop dat ze tot inkeer komen. Voor Timoteüs en zijn team is het belangrijk dat ze zich vasthouden aan wat het Oude Testament leert. Het Oude Testament ging door Jezus in vervulling. ‘Elke schrifttekst is door God geïnspireerd’, zegt Paulus, ‘en kan gebruikt worden om onderricht te geven.’ Dat onderwijs heeft als doel te corrigeren waar het fout gaat in je denken en handelen, maar ook om mensen op te voeden zodat ze een waardig leven voor Jezus leiden, en ze toegerust worden om Hem te dienen. Beide brieven aan Timoteüs zijn erg belangrijk. Ze laten ons een stukje zien van hoe het met de kerk verder ging na Handelingen. Ook wordt duidelijk hoe Paulus moest lijden voor het geloof, en dat er altijd tegenstand en zelfs vervolging zal zijn. Jezus volgen, is niet makkelijk. Het kan zelfs tot grote problemen leiden. Toch moeten we ons vasthouden aan de hoop die we in Jezus vinden. Hij is voor ons gestorven en opgestaan. En Hij zal opnieuw komen. Tot die tijd moeten we hem trouw dienen onder alle omstandigheden.
    --------  
    12:00
  • S4, A44 - Exodus (3)
    S4, A44 - Exodus (3)
    --------  
    14:43
  • [Bijbel in 1 dag] - Tessalonicenzen
    1 & 2 Tessalonicenzen (5 minuten) Handelingen beschrijft hoe Paulus de kerk in de Griekse stad Tessalonica stichtte. Verschillende Joden en niet-Joden in de stad kwamen snel na zijn aankomst tot geloof, maar vervolging kwam al bijna even vlug. Het duurde niet lang voor Paulus en zijn team de stad uit moesten vluchten. Hoewel hij bleef evangeliseren in andere steden, vroeg Paulus zich ook af hoe het met de christenen in Tessalonica ging. Paulus stuurde zijn medewerker Timoteüs en die kwam met een positief rapport terug. De gelovigen bleven trouw aan God ondanks de vervolging die ook zij te verduren hadden. Om hen te bemoedigen en om hun vragen te beantwoorden, stuurde Paulus twee brieven. De eerste is waarschijnlijk rond het jaar 50 geschreven, in dezelfde periode als de brief aan de Galaten, en de tweede niet veel later, waarschijnlijk in het jaar 51 of 52. De eerste brief Paulus begint zijn eerste brief met te danken voor het geloof van de Tessalonicenzen. Het feit dat ze in geloof met liefde reageren op de vervolging geeft hem grote vreugde. Hij bidt dat God hen door die liefde kracht zal geven zodat ze zuiver en heilig voor God zullen staan, wanneer Jezus met de engelen terugkomt. Dit gebed is een scharnierpunt in de brief, want Paulus werkt de thema’s ‘heilig leven’ en ‘Jezus’ terugkomst’ vervolgens verder uit. Hij spoort de Tessalonicenzen aan zuiver te leven en geen seksuele zonden toe te staan. Dat betekent dus een radicaal anders leven, want in Tessalonica vond veel misbruik, hoererij en overspel plaats. De basis van een ‘heilig leven’ is ‘liefde’. De Tessalonicenzen laten al zien dat ze onderling liefhebben en Paulus moedigt hen aan nog meer te groeien in liefde. Dan gaat Paulus in op een aantal vragen die de Tessalonicenzen hebben over de dood. Waarschijnlijk waren recent enkele mensen omgekomen, wellicht zelfs vermoord vanwege hun geloof in Jezus, en de christenen vroegen zich af wat het lot was van gelovigen die sterven. Het antwoord is dat de Tessalonicenzen niet hoeven te treuren over hun doden zoals de niet-gelovigen dat doen. Na zijn of haar dood leidt Jezus de gelovige naar God toe. Op een dag komt Jezus bovendien terug uit de hemel. Dan worden de doden die Christus toebehoren opnieuw opgewekt en zullen zij samen met de nog levende gelovigen Jezus tegemoet gaan. Vanaf dat moment zullen we voor altijd bij Jezus zijn. Het is wel belangrijk dat we waakzaam blijven, want we weten niet wanneer Jezus terugkomt. Het kan vandaag zijn, maar ook eeuwen later. Als Hij terugkomt, moeten we daar wel klaar voor zijn. Wanneer ben je klaar? Als je geloof en liefde draagt als een harnas en hoop als een helm. Vergeld geen kwaad met kwaad, streef juist naar het goede. Wees vreugdevol, bid onophoudelijk en dank God onder alle omstandigheden. De tweede brief In zijn tweede brief aan de kerk in Tessalonica gaat Paulus dieper in op deze thema’s. De reden is dat de problemen inmiddels zijn verergerd. Er is meer vervolging en de christenen zijn in de war over de terugkomst van de Heer. Dit leidt er zelfs toe dat sommige gelovigen niet meer willen werken, omdat Jezus toch ieder moment terug kan komen. Paulus probeert allereerst hun angst weg te nemen voor de vervolging door hen erop te wijzen dat God hen ‘waardig heeft bevonden om voor Hem te lijden’. Vervolging is geen straf, maar een eer. Wie uiteindelijk wel gestraft zullen worden, zijn de onderdrukkers. De christenen die worden vervolgd, worden uiteindelijk bevrijd. De mensen die God niet erkennen en het evangelie niet gehoorzamen, krijgen waar ze voor hebben gekozen: ze worden voor eeuwig verstoten. Jezus’ volgelingen daarentegen mogen tot in eeuwigheid bij Hem zijn. Paulus bidt dan ook dat de Tessalonicenzen volhouden. Sterker nog: hij hoopt dat de vervolging ertoe leidt dat hun karakter nog meer wordt gevormd. Vervolgens geeft Paulus nogmaals uitleg over de terugkomst van Jezus. Het lijkt erop dat één of meer mensen zijn woorden hebben verdraaid. En vandaag de dag gebeurt dat nog steeds. Er zijn genoeg mensen die proberen te berekenen wanneer Jezus terugkomt aan de hand van wat Paulus zegt. Maar zo heeft hij zijn tekst nooit bedoeld. Integendeel, hij probeert juist te ontmoedigen dat mensen speculeren over de datum. Niemand weet wanneer Jezus terugkomt, maar er moet wel eerst een aantal dingen gebeuren. Paulus vat samen dat velen zich van het geloof zullen afkeren en dat de ‘wetteloze mens’ eerst moet verschijnen. Hij gebruikt beelden uit Jesaja en Daniël die moeilijk te interpreteren zijn. Wat vaststaat, is dat er tijden zullen zijn waarin mensen Jezus in de steek laten en waarin kwaad de overhand lijkt te hebben. Dit mag ons niet ontmoedigen. Als wij volhouden te geloven en ons vasthouden aan de waarheid, staan we aan de goede kant van de streep. Blijf trouw. Paulus bidt God voor standvastigheid en roept de Tessalonicenzen op door te blijven gaan met hun dagelijkse werk. ‘Wijs de gelovigen die dat niet doen terecht’, zegt hij. Tot slot vraagt hij God om de Tessalonicenzen vrede te schenken.
    --------  
    7:10
  • S4, A45 - Exodus (4)
    S4, A45 - Exodus (4)
    --------  
    11:50
  • [Bijbel in 1 dag] - Kolossenzen
    Kolossenzen (5 minuten) Terwijl Paulus nog steeds gevangen zat in Rome, schreef hij ook de brief aan de christenen in Kolosse, een stadje in het huidige Turkije. De kerk hier was gesticht door een man genaamd Epafras. Epafras was waarschijnlijk in Efeze tot geloof gekomen in de tijd dat Paulus daar werkte. Bij terugkeer in Kolosse is hij zelf gaan evangeliseren en zo ontstond een nieuwe gemeente. De kerk in Kolosse werd gevormd door zowel Joden als niet-Joden. Dat zorgde ervoor dat op verschillende manieren foute ideeën vat kregen op de volgelingen van Jezus. De Joden waren tamelijk ‘wettisch’. Dat betekent dat zij vonden dat Joden én niet-Joden zich aan de wetten van God moesten houden, zoals bijvoorbeeld de besnijdenis van mannen, de voedselvoorschriften en het aanhouden van de sabbat als rustdag. De ‘heidenen’ (de niet-Joden dus) namen juist hun culturele gewoonten, zoals zelfvernedering en engelenverering, mee de kerk in. ‘Vergroot jullie toewijding aan Christus’ Epafras was hier nogal ongerust over en besloot de lange reis naar Rome te maken om Paulus op te zoeken tijdens zijn huisarrest. Hij kreeg van Paulus deze brief mee naar Kolosse met het verzoek de brief voor te lezen in de gemeente. Daarna moest de brief worden doorgestuurd naar de naburige plaats Laodicea om ook daar te worden voorgedragen aan de lokale christenen. Het doel van de brief aan de Kolossenzen was om de gelovigen te bemoedigen, om ze aan te sporen niet langer hun houvast te vinden in wetten én om hun toewijding aan Christus te vergroten. Paulus begint met een gebed waarin hij God bedankt voor de trouw van de Kolossenzen, hun liefde voor God en hun liefde voor de mensen om hen heen. Dan vraagt hij God of Hij hen wil laten groeien in hun kennis van God, zodat ze een leven zullen leiden dat past bij de Heer. Gedicht over Jezus Vervolgens gaat hij verder met een prachtig gedicht over Jezus, de Zoon van God, de door God gezonden Messias. Paulus noemt Hem de ‘Eerstgeborene’. Daarmee bedoelt hij niet dat Jezus een geschapen wezen is. De titel eerstgeborene betekent hier dat Hij Gods erfgenaam is en dat Hij het koningschap over het hele universum heeft gekregen. Jezus is ook het hoofd van de kerk. Van alle gelovigen dus. Hij heeft vrede gebracht op aarde door de relatie tussen God en mens te herstellen. Dit gedicht is de kern van Paulus’ boodschap en het verandert alles, laat hij zien. Paulus heeft bijvoorbeeld zijn eigen leven helemaal in dienst van het evangelie gesteld. Daarom verdraagt hij zijn gevangenschap zo goed. Hij zegt zelfs, ‘Ik ben blij dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog aan Christus’ lijden ontbreekt, ten behoeve van Zijn lichaam, de kerk.’ -Kolossenzen 1:24 Dit is eigenlijk een hele gekke gedachte. Hoe kan Paulus nu in zijn lichaam aanvullen wat er aan Christus’ lijden ontbrak? Jezus heeft toch de straf voor de zonde volledig gedragen en de overwinning over de dood volledig behaald? Dat klopt ook. Maar slechts een klein deel van de mensen weet dat. Het enige wat nog mist aan het offer dat Jezus heeft gebracht, is dat niet iedereen ervan weet. Door nu te lijden omwille van Christus, vult Paulus dus aan. Als mensen om hem heen zien hoe hij lijdt, vragen ze zich misschien af hoe het kan dat hij dit met zoveel vreugde en vertrouwen doet. Het antwoord brengt hen hopelijk dichter bij God, want Paulus doet dit uiteraard voor Jezus. Aardse cultuur loslaten Als we werkelijk van Jezus afhankelijk zijn, als we Hem werkelijk kennen en voor Hem leven, dan moeten we onze aardse cultuur loslaten, zeker als die ons weghoudt van Jezus. Neem de Joodse wetten en voorschriften. Die kunnen ons alleen maar veroordelen, maar Jezus heeft die documenten als het ware vernietigd door voor ons aan het kruis te sterven. Daarom mag niemand je iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken, het vieren van feestdagen, de sabbat, de besnijdenis enzovoort. Ook mag je je niet laten beïnvloeden door mensen die buiten de Bijbel om je allerlei dingen opleggen. In de tijd van de Kolossenzen waren dat bijvoorbeeld mensen die zichzelf martelden. die engelen aanbaden, die zich verdiepten in allerlei visioenen of simpelweg met hun eigen bedenksels aan de haal gingen. Dat heeft totaal geen waarde. Jezus heeft dit alles overwonnen. Ons geloof verbindt ons met Zijn dood en opstanding. Als dat ook voor jou het geval is, richt je dan op het hemelse, niet op het aardse. Dat betekent niet dat we nu opeens heel zweverig moeten gaan doen, maar wel dat we moeten proberen steeds meer op Jezus te gaan lijken. Stop met ontucht, met zedeloosheid, foute hartstocht, lage begeerten en hebzucht. Geef alles wat slecht is op. Stoppen met zondigen leidt niet tot redding Het kan lijken alsof Paulus hier nu weer nieuwe wetten en voorschriften geeft. Daarom is het belangrijk nog maar eens te herhalen wat hij werkelijk bedoelt. Stoppen met zondigen leidt niet tot je redding. Het is andersom. Je bent gered door je geloof in Christus en vanuit dat fundament wil je en kun je stoppen met zondigen, wetende dat je tijdens je periode op aarde nooit volmaakt kunt worden. Je kunt er wel naar streven, zegt Paulus. Dat is de uitdaging die hij hier communiceert. Hoe komt dat tot uiting? Bijvoorbeeld in het huishouden. In Kolosse en de rest van het Romeinse keizerrijk was de man de baas van het huishouden. Zijn vrouw, zijn kinderen en zijn slaven stonden allemaal in dienst van hem. In Gods koninkrijk werkt alles anders Zo mag het onder de christenen niet zijn. Hier is Jezus Christus ‘Heer’. Dat betekent dat de vrouw het gezag van haar man moet erkennen, maar de man moet zijn vrouw liefhebben en vooral niet bitter zijn. Als hij haar liefheeft zoals Christus ons liefheeft, betekent dat dat hij opofferingsgezind moet zijn. Een liefhebbende echtgenoot, geen dictator. Kinderen moeten hun ouders gehoorzaam zijn, maar vaders mogen niet op hen vitten. En de slaven? Zij mogen hun meester dienen met vreugde, want in werkelijkheid dienen ze Jezus. De man van het gezin moet zijn slaven goed behandelen. Ze zijn niet zijn eigendom. Integendeel, de slaven zijn een broeder in Christus. Want ook de man dient Jezus, net zoals de slaaf dat doet. Hier zien we dus wat we de hele Bijbel door al zien. In het koninkrijk van God werkt alles net even anders. Die waarheid moet worden verteld en daarom roept Paulus tot slot de Kolossenzen op om voor hem te bidden dat hij de juiste woorden mag vinden om het evangelie door te geven en dat deuren open zullen gaan. Tot zover de bemoedigende en uitdagende Kolossenzen-brief. In een volgende aflevering bespreken we Paulus’ brieven aan de christenen in Tessalonica.
    --------  
    7:59

Meer Kunst podcasts

Over Bijbellezen met Jan

Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Mijn naam is Jan Heijnen. Ik ben auteur van het boek ‘De Bijbel in 1 Dag’ en oprichter van het platform Bijbellezen met Jan. Ik wil mensen zoals jou helpen met het lezen, begrijpen en geloven van de Bijbel.In het eerste seizoen van de podcast bespreek ik in vogelvlucht alle Bijbelboeken. Deze afleveringen zijn gebaseerd op het boek 'De Bijbel in 1 Dag'. Het tweede seizoen staat in het teken van hoe je de Bijbel kunt lezen. Hierbij wissel ik solo-afleveringen af met gesprekken met gasten. Wil je ook met mij de Bijbellezen? Probeer dan eens een cursus of challenge. https://bijbellezenmetjan.nl/shop. 
Podcast website

Luister naar Bijbellezen met Jan, Ervaring voor Beginners en vele andere podcasts van over de hele wereld met de radio.net-app

Ontvang de gratis radio.net app

  • Zenders en podcasts om te bookmarken
  • Streamen via Wi-Fi of Bluetooth
  • Ondersteunt Carplay & Android Auto
  • Veel andere app-functies
Social
v7.21.1 | © 2007-2025 radio.de GmbH
Generated: 7/16/2025 - 10:49:49 PM