Bonus: De kaars werd een zonsopgang (Advent Challenge 2024)
Het kaarsje werd een zonsopgang
(In deze podcast verwijs ik naar een lied van Project of Love. Je kunt het hier vinden op Spotify en hier op YouTube. Wil je meedoen aan de Advent Challenge? Kijk dan op: bijbellezenmetjan.nl/advent)
Hartelijk welkom bij deze bonus-aflevering van de Bijbellezen met Jan-podcast. Op het moment dat ik dit opneem zitten we vlak voor de eerste Adventszondag van dit jaar.
Heb je al nagedacht over hoe deze maand voor jou zal zijn? Misschien ben je al leuke activiteiten aan het plannen, of misschien is deze maand juist wel moeilijk omdat je iemand moet missen. Wat je situatie ook is, ik hoop dat je je troost en je vreugde bij Jezus zoekt.
Wij mogen stilstaan bij het wonder dat God mens werd. Ik kan het niet mooier zeggen dan de apostel Paulus in Filippenzen.
Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.
Letterlijk staat er dat Jezus gelijk werd aan een slaaf. Van koning tot slaaf. Dit is wat we vieren met Advent: Jezus was bereid om voor ons slaaf te worden. Na zijn dood en opstanding werd Hij weer koning.
Maar hoe leef je nu bewust toe naar de viering van de geboorte van Christus Jezus? Als je de komende tijd extra wil staan bij het wonder van Advent, doe dan mee aan de Advent Challenge 2024.
Als je je inschrijft, krijg je dagelijks een Bijbeltekst, een overdenking en een link naar een bijpassend lied. De bedoeling van de overdenking en van het lied is om de Bijbeltekst nog meer in je hart te laten landen.
Inmiddels hebben al veel mensen zich aangemeld en ik hoop dat jij dit ook wilt doen. Je kunt je inschrijven op https://bijbellezenmetjan.nl/advent.
Als je een voorproefje wilt van deze Advent Challenge, laat me dan hier vast een overdenking met je delen. Deze is de derde overdenking in de Advant Challenge en heet ‘Het kaarsje werd een zonsopgang’. Geniet ervan.
In de vorige overdenking hadden we het over de vreugde van de verlossing. Dit is vreugde die alleen God kan geven. Het is geen oppervlakkige blijdschap die komt als eb en vloed, maar diepe vreugde die stroomt als een constante rivier.
Het is mijn gebed dat jij en ik deze vreugde in ons binnenste voelen stromen deze adventsperiode. Weet je waar die begint? Bij naar Jezus kijken. Bij zijn stem horen. Bij zijn aanraking voelen. Daarom heeft muziek een belangrijke plaats in deze Advent Challenge. Liederen kunnen een andere snaar raken dan ik met mijn woorden en met mijn stem kan doen.
We komen in deze challenge uiteraard nog uitgebreid terug op de evangeliën. Het mooie aan deze biografieën over Jezus vind ik dat ze ons helpen om goed naar Hem te kijken. Wie is Hij? Wat heeft Hij gedaan? Zijn we veilig bij Hem? Wat wil Hij van ons?
Neem de apostel Matteüs. Hij schrijft in hoofdstuk 4 van zijn evangelie over Jezus’ verhuizing naar de plaats Kafarnaüm, een stad aan het Meer van Galilea:
‘Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan het meer en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’ (Matteüs 4:14-16)
Hij citeert hier Jesaja 9. Waarom? Omdat volgens hem Jezus het licht is dat Jesaja voorspelde. Zullen we eens kijken wat Jesaja over dat licht zei?
Jesaja 8:21-9:6
Moedeloos en hongerig zullen de mensen door het land zwerven. Ze zullen honger lijden en in hun woede de koning en hun God vervloeken. Ze kijken omhoog of staren naar de grond, maar overal heerst verstikkende duisternis; donker en somber is het, nacht overal. En wie daardoor omsloten wordt, zal niet ontkomen.
Zoals het land van Zebulon en Naftali in het verleden smadelijk bejegend is, zo wordt weldra eer bewezen aan de kuststreek, het land aan de overkant van de Jordaan en het domein van andere volken.
Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht.
Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen.
U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf U het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit.
Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de staf van de drijver, U hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds.
Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel die doordrenkt is van bloed, ze worden verbrand, ze vallen ten prooi aan het vuur.
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst.
Groot is de heerschappij en zonder einde de vrede voor de troon van David en voor zijn koninkrijk; ze zijn gegrondvest op recht en gerechtigheid en staan vast voor altijd en eeuwig.
De HEER van de hemelse machten brengt dit in zijn vurige liefde tot stand.
Jezus is Gods licht
De profeet Jesaja leefde in een donkere tijd. De twaalf stammen zijn uiteengevallen in twee koninkrijken. Het is de tijd waarin het zuidelijke Juda en het noordelijke Israël het regelmatig met elkaar aan de stok hadden. Het geestelijke verval was enorm. Assyrië stond op het punt om de tien stammen in het noorden te verslaan en weg te voeren. Iets meer dan een eeuw later was het de beurt aan de inwoners van Juda om in ballingschap te worden meegenomen. Toen waren de Babyloniërs de boosdoeners.
Je kunt dus wel stellen dat de nakomelingen van Abraham, Isaak en Jakob op een dieptepunt waren beland. Erger dan dit kon niet. En God voorzegt via zijn woordvoerder Jesaja wat er gaat gebeuren, omdat Hij weet dat ze niet tot inkeer zullen komen.
Tegelijkertijd belooft Hij ook een ommekeer in hun situatie. ‘Het volk dat ronddoolt in het duister, zal een licht zien’, zegt Hij. De duisternis slaat natuurlijk op hun moeilijke omstandigheden. De mensen zouden honger, gevangenschap en ander lijden meemaken. Later zou God hen uit deze duistere omstandigheden bevrijden door hen te laten terugkeren uit de ballingschap.
Dit waren lichamelijke omstandigheden, zou je kunnen zeggen. In de tijd van Jezus was Israël weliswaar bezet door de Romeinen, maar ze hadden het toch een stuk beter dan hun voorouders. Matteüs zegt echter dat ook zij zich in het duister bevinden. Ze hebben geestelijk honger. Ze zitten geestelijk gevangen. Ze ervaren geestelijke duisternis.
God verdrijft die duisternis ook. Hoe? Door zijn Zoon te sturen. Hij is Gods licht.
Licht van de verlossing
Het licht waar Jesaja over spreekt, is symbolisch voor de verlossing. De duisternis gaat over de periode waarin het volk van God afgescheiden leek, door hun eigen zonden en door de periode van oordeel (ballingschap). Uiteindelijk zou er een nieuw koningskind komen, een afstammeling van David.
Het probleem is dat er na de ballingschap van Gods volk nooit meer een koning zoals David kwam. Vandaar dat de Joden in de tijd van Jezus nog altijd wachtten op een nieuwe Mozes, een nieuwe Elia, een nieuwe David – iemand die het koninkrijk van Israël weer welvarend en oppermachtig zou maken.
Jesaja’s profetie ging dus maar gedeeltelijk in vervulling toen het volk uit ballingschap terugkeerde.
Zoals gezegd, van Jezus’ leerling Matteüs leren we hoe we deze tekst echt moeten interpreteren. Jezus is het licht dat de duisternis verjaagt.
Een kind is ons gegeven
Jesaja gaat zelfs nog verder dan ‘licht in de duisternis’. Hij zegt dat er een kind is geboren. Nee, niet alleen geboren, maar gegeven. Jezus is Gods geschenk aan ons.
Dit heeft verstrekkende gevolgen! Als er licht nodig is, dan wil dat zeggen dat het duister is om ons heen. Duisternis in de Bijbel staat symbool voor twee dingen: de zonde en de afwezigheid van God.
Duisternis was het eerste dat God verjoeg op de eerste scheppingsdag. Egypte doolde bij de negende plaag drie dagen in duisternis. En vlak voordat Jezus aan het kruis stierf was het drie uur donker in het land.
Daartegenin noemt Jezus zichzelf het licht van de wereld. We hebben dat licht nodig, omdat er duisternis om ons heen en in ons is. Als het hart de kamer is van je ziel, is het een donkere kamer, totdat je Jezus uitnodigt om in je hart te wonen.
Dat hemelse licht kwam naar ons toe in een menselijke gedaante. Als kind zelfs. Het werd niet willekeurig geboren op een toevallige plek. Nee, het is ons gegeven. Hij was klein en zwak, zoals een waxinelichtje. Dat licht werd steeds groter en sterker. Het kaarsje dat in de kribbe scheen, werd een zonsopgang.
De namen van het licht
Het licht kennen wij als Jezus. Maar God gaf zijn geschenk aan ons nog andere namen. Wonderbare raadsman, Sterke God, eeuwige vader en Vredevorst. Ze betekenen dat Jezus ons altijd zal bijstaan, dat Hij een machtig God is, dat Hij voor altijd onze Vader zal zijn en dat Hij de koning is die vrede brengt.
Bid voor het licht. Bid dat andere mensen het licht zullen zien. Bid dat het licht ook elke donkere plek in je hart mag verlichten.
Tot slotIk hoop dat deze overdenking goed is bevallen en dat je m...