Powered by RND
PodcastsMenno en Erwin about Nature and Science
Luister naar Menno en Erwin about Nature and Science in de app
Luister naar Menno en Erwin about Nature and Science in de app
(2.067)(250 021)
Favorieten opslaan
Wekker
Slaaptimer

Menno en Erwin about Nature and Science

Podcast Menno en Erwin about Nature and Science
Natuur en Wetenschap door: Prof. Menno Gerkema en Erwin Balkema
"Menno en Erwin Natuur en Wetenschap" verkent de fascinerende samensmelting van natuur en technologie. Prof. Menno Gerkema deelt zijn diepgaande kennis, terwij...

Beschikbare afleveringen

5 van 159
  • #159 Maart, de vegetatie maand 🌱✨
    Aflevering Maart van ons WandeldagboekDe Magie van Mars: Meer dan OorlogMaand maart is genoemd naar Mars, de god van de oorlog. Want in het voorjaar werd het in de oudheid weer tijd voor deze bezigheid. Gelukkig is Mars ook de god van de vegetatie, dus komt het toch nog helemaal goed voor deze podcast. Wat de natuur in maart vooral kenmerkt is dat er veel, en zeker ook de vegetatie op gang komt. Een Astronomical Moment: De Equinox 🌞 De 21e is er het tweejaarlijkse bijzondere moment van de equinox: de nacht is dan net zo lang als de dag. Zons-op- en ondergang zijn dan exact in respectievelijk het oosten en het westen. Klimaat in Verandering: Wat Vertelt Maart Ons 🌷De geleidelijke toename in uren licht en de temperatuur warmte heeft in de overgang van de winter naar de lente uitwerking op de natuur. Er kunnen ook terugvallen in de maand zijn en er zijn best wel grote verschillen van jaar tot jaar. Onder andere hangt dat af wat er in de voorafgaande wintermaanden is gebeurd. Ondanks dat is de trend duidelijk. Het aantal zonuren stijgt, gemiddeld nu zo’n 145, en het ziet er naar uit dat we dat in 2025 ook zullen halen. Vorig jaar viel dat tegen, toen kwamen we niet verder dan 126 uur. Toch was het in 2024 de warmste maart sinds 1901. De gemiddelde temperatuur was toen 9 graden, 2.5 graden hoger dan de decennia daarvoor. De hoogste temperaturen lagen rond de 20 graden. De regenval schommelt in maart rond de 50 mm, maar er zijn grote regionale verschillen. Zuid Limburg had vorige jaar 4,5 maal zo veel regen als Friesland. Het klassieke gezegde van maart die zijn staart roert, met winterse buien van regen, sneeuw en hagel lijkt plaats te maken voor felle maartse regenbuien. Die buien blijven plaatselijk hangen en kunnen dan voor veel overlast zorgen. De klimaatverandering laat groeten.Een Historische Noot:Veranderingen in de natuur in het voorjaar zijn prachtig beschreven in het eerste Verkades-album van Jac P Thijsse dat in 1906 uitkwam: Lente (makkelijk antiquarisch te kopen) . Vooral ook de hoge kwaliteit natuurplaatjes, van de hand van Wenckebach, van Oort en de jonge Jan Voerman Jr., maakt het album nog steeds tot een goede bron om na te gaan wat zich in de maand maart aandient. Planten maar ook vogels en insecten zijn mooi en helder weergegeven en de details laten je genieten. Zoals van de echte vroege bloeiers als de vroegeling, het mooie witbloemige onkruidplantje tussen de straattegels, of het dappere sneeuwklokje.In maart zijn er ineens veel bloeiende planten, waarbij voor ons oog de gele kleur wel haast lijkt te overheersen. Van het klein hoefblad, de slanke sleutelbloemen, het speenkruid tot aan de gele anemoon. Natuurlijk zijn er ook al de madeliefjes. In het midden hebben madeliefjes gele buisbloemen, die worden omringd door witte lintbloemen. Maar er zijn nog veel meer kleuren te ontdekken, en die veelvoud aan bloemen is van levensbelang voor onze insecten. Zoals de paarse dovenetel, vingerhelmbloem, grote ereprijs, herderstasje, holwortel en het groot hoefblad, waarvan we eerst de roze tot paarse bloemknotsen zien. Spoedig daarna ontvouwen zich de enorme bladeren, met bladstengels van wel een meter en een oppervlak van een halve vierkante meter. We zien deze planten vaak in de stad aan de oevers van de singels. Natuurlijk komen er steeds meer grassen tevoorschijn, met soms onopvallende maar vaak ook prachtige bloeiwijzen, zoals het eenarig wollegras. De sleedoorn bloeit, en na bloeiwijzen van hazelaar en els zien we nu ook populieren en wilgen tot bloei komen. Markant is de de schietwilg die we meestal als knotwilg langs wegen en sloten zien staan. Beuken en eiken moeten nog een maandje wachten, en van andere planten kunnen we al wel het blad maar nog geen bloemen zien, zoals van de geurige daslook.In sloten en vijvers beginnen bruine kikkers, salamanders en stekelbaarzen (zie podcast 137) actief te worden. Hoeveel insecten er te zien zijn hangt sterk af van temperatuur en zonneschijn, in april meer daarover. Luidkeels bezig zijn in elk geval pimpelmezen met hun lichtblauwe kop. De forsere geluiden van de koolmees klinken alom, de vogel is makkelijk te herkennen aan de zwarte kop en borststreep die scherp afsteken tegen het gele lijf. Van de zang van roodborst, winterkoning, merel en zanglijster kan men zich makkelijk vergewissen met de Merlin bird app (podcast 120). Aan de rand van wegen en akkers verschijnen gele en witte kwikstaarten. Aan het eind van de maand kan men zeker de tjiftjaf horen, zojuist aangekomen in hun broedgebied. Maar fitis, tuinfluiter en gekraagde roodstraart zijn nog onderweg, net zoals onze zwaluwen. Op het land horen en zien we met wat geluk tureluur, kievit en grutto. Hun geluid is trouwens eerder een baltsroep dan een gezang. Op het water zijn meerkoeten paartjes druk bezig (podcast 16) en voeren futen hun bijzondere baltsrituelen uit. Onze meest voorkomende eend is nog steeds de wilde eend, al zijn de aantallen de laatste jaren met 30% teruggelopen. Van wilde eenden heet het dat ze de paarvorming in de winter afsluiten, om dan een lang broedseizoen van februari tot augustus aan te gaan. Toch kan je grote gemengde groepen eenden van meer dan honderd stuks begin maart op het water zien dobberen. Wat is daar nu weer aan de hand? Altijd maar weer nieuwe vragen, ook in de mooie maand van maart.Eindnoot: Maart blijft ons verrassen. Elke dag brengt nieuwe ontdekkingen, nieuwe geluiden, nieuwe kleuren, altijd Nieuwe VragenWat zal jouw verhaal deze lente zijn? 🌼🍃Tot de volgende wandeling door de natuur!: De Lente is in Aantocht!. Met een warme groet en een knipoog naar de natuur,Menno & Erwin Vond je dit leuk? Deel deze nieuwsbrief met vrienden, familie, of wie dan ook van een goed natuurverhaal houdt.EXCLUSIEF: Bestel het Wandeldagboek!Wil jij je eigen natuurwaarnemingen vastleggen? Dit jaar brengen we een speciaal wandeldagboek uit, waarin je maand na maand kunt noteren wat je ziet en beleeft in de natuur. Zo maak je je eigen persoonlijke natuurboek!🎁 Bestellen? wordt founding member en het dagboek komt in november naar je toe!🎙️ Menno en Erwin – Een reis door wetenschap en natuur Get full access to Menno en Erwin about Nature and Science at www.mennoenerwin.nl/subscribe
    --------  
    16:43
  • #158 Kou en hitte
    Onderwerp: Kou en hitteBeste lezer,We kunnen best goed met kou omgaan, zelfs onder nul graden (behalve mijn vrouw). In elk geval is hitte voor veel van ons vervelender en gevaarlijker. In combinatie met een hoge luchtvochtigheid is zelfs een temperatuur van 35 ̊C na een uur of zes al fataal voor een gezonde jongere. Schattingen zijn dat zelfs in ons land met zijn gematigd klimaat jaarlijks 1500 tot 3000 mensen zullen sterven aan hittestress. Ons lichaam heeft beperkte mogelijkheden omoververhitting te voorkomen. Vooral ouderen krijgen problemen met aanpassingen als het meer en efficiënter zweten en het wat verlagen van hartslag en lichaamstemperatuur. Wat ons dan nog rest is aanpassing in ons woonklimaat, inclusief airconditioning. Onze manieren van klimaatbeheersing in huis heeft ook zijn problemen, daarover zo meer.Maar dan de kou. Wij zijn warmbloedig, met een relatief hoge lichaamstemperatuur van rond de 37 ̊C. Om dat te handhaven in een koude omgeving kost natuurlijk extra energie. We hebben als naakte wezens geleerd ons goed aan te kleden, om te beginnen met diervachten. En natuurlijk kwamen er steeds betere behuizingen. Als we het konden legden we vooral in de herfst een vetvoorraadje aan. Dat was om de koude winter beter te overleven. En dat werd zelfs een teken van welzijn en welvaart, een dikke boer was ook letterlijk een respects-persoon. Nu denken we daar anders over. Dat komt grotendeels doordat buitenleven in de kou, en zeker verbonden met zware lichamelijke arbeid een zeldzaamheid geworden is. We hebben in onze leefomgeving de dagelijkse en seizoensgebonden temperatuurwisselingen geheel uitgebannen, en dat heeft geen goede uitwerking op onze gezondheid. Een fatale rol speelt daarbij de centrale verwarming. Die bedot ons lichaam. Onze natuurlijke neiging een vetvoorraad te vormen leidt dan alleen tot overgewicht en obesitas met alle nare bijkomende ziektes van dien. Een koude slaapkamer zou al veel helpen. En in de zomer zou het goed zijn als we ons lichaam weer leren om te gaan met warmte, in plaats van meteen de airco aan te zetten.Misschien wel als een reactie is het zwemmen in koud buitenwater sterk in opkomst. De vraag is daarbij of dat nou wel zo gezond is. Het antwoord lijkt voor een deel ja, er zijn positieve effecten op ons afweersysteem gevonden.Waar we voor moet oppassen is de aanvankelijke koude schok, we moeten nagaan of hart en vaten dat wel aankunnen. Een bezoek vooraf aan de huisarts is in deze in het geheel geen overbodige luxe. Bij temperaturen onder de 4 ̊C is het extra oppassen geblazen, er kan dan binnen een aantal minuten een dodelijke onderkoeling ontstaan. .En je moet natuurlijk überhaupt niet overdrijven, veel langer dan 10 minuten in koud water is zelfs met een zwempak niet verstandig. De dan ontstane onderkoeling kan al tot dagenlang rillen leiden. Een interessant effect van het zwemmen in koud water is dat de vorming van bruin vet wordt gestimuleerd. Bruin vet is een weefsel met de functie van een lichaams kachel. Baby’s hebben het , en ook veel zoogdiersoorten, vooral die in winterslaap gaan. Zij kunnen hun lichaamstemperatuur sterk verlagen, dat kunnen wij mensen helaas niet. Overigens, vrouwen hebben het wel vaak koud ’s nachts, maar dat is geen winterslaap. Door hormonen aangestuurd hebben zij last van een slechtere doorbloeding van de extremiteiten en voor een goede slaap moeten ze daar beter wel wat aan doen. Meer algemeen lijkt het er op dat er grotere erfelijke variatie is in kou tolerantie (vooral ook door een andere opbouw van spierweefsel) vergeleken met ons globale onvermogen om hitte stress te overleven. Dat gaat op den duur menselijk leven op grotere delen van de aarde onmogelijk maken.Vond je dit leuk? Deel deze nieuwsbrief met vrienden, familie, of wie dan ook van een goed natuurverhaal houdt.Tot de volgende nieuwsbrief!Hartelijke groet,Menno & Erwin🎙️ Menno en Erwin – Een reis door wetenschap en natuur Get full access to Menno en Erwin about Nature and Science at www.mennoenerwin.nl/subscribe
    --------  
    18:34
  • #157 De vele valkuilen van het sociaal darwinisme
    Onderwerp: Social DarwinBeste lezer,De filosoof Spencer legde mede door zijn slagzin “survival of the fittest”de basis voor sociaal darwinistische gedachten. Hij trok de evolutiegedachtes van Darwin zonder omwegen door naar de menselijke maatschappij. Weliswaar nam Darwin die slagzin later over, maar de kern van zijn evolutiegedachten was en bleef de natuurlijke selectie van variaties in de erfelijkheid. Die leidt tot de ontwikkeling van de soorten op aarde. Darwin realiseerde zich dat ook in de ontwikkeling van de mens specifieke eigenschappen als intelligentie een rol speelden. Maar hij was veel terughoudender om daarmee sociale structuren te willen verklaren. Toch gingen nog tijdens zijn leven velen aan de haal met ideeën over biologische evolutie bij de ontwikkeling van wat zij noemden sociale theorieën en programma's. Galton kwam met sterilisatieplannen in wat hij noemde eugenetica. Vacher de Lapouge stelde doem­scenario's op over raciale degeneratie. De bankier Bagehot kwam met een biologische theorie van de staat. En er was het extreem liberale vooruitgangsevolutionisme van Spencer en Schäffle.In zijn proefschrift concludeerde de Nederlandse historicus Cor Hermans in 2003 dat sociaal-darwinisme nooit een homogene ideologie was. Volgens hem waren wel “de redeneerpatronenwaren vaak opgebouwd rond de centrale notie dat de moderne maatschappij niet ongestraft de natuurlijke selectiemechanismen mag verstoren”. Sommigen gingen daarin heel ver in, voor hen dicteerde en rechtvaardigde de biologie extreme opvattingen over de strijd om het bestaan of zelfs het recht van de sterkste. Volgens die ideologische lijn kan men biologische selectie zowel sociaal als economisch en moreel toepassen op de menselijke ontwikkeling. En tot heil van de mensheid moet men slechte erfelijke eigenschappen uitroeien. Het leidde tot eugenetica programma van de Nazi’s. Maar ook tot racistische sterilisatieprogramma’s in Amerika, Canada en Australie, tot ver in de 20e eeuw, met als criteria een geestelijke achterstand, een alcoholprobleem, chronische armoede of alleen al een etnische achtergrond. En ook in deze eeuw kwam tijdens de corona-epidemie onverhuld sociaaldarwinistisch gedachtengoed weer naar boven met de subtiel gekozen bewoording van “dor hout”. “Zo werkt de natuur. We gaan door met de jonge twijgjes”, aldus de Telegraaf columniste Marianne Zwagerman. De biologisch evolutionaire basis van het menselijk bestaan is algemeen aanvaard. Daaraan twijfelt men alleen nog in enkele fanatiek religieuse kringen. De specifieke ontwikkeling van de menselijke soort roept intussen nog vele vragen op. Over de verspreiding na een Afrikaanse oorsprong van Homo sapiens, de rol van landbouw, van taal, van migratiestromen. Er zijn, zoals bij elke soort op aarde, veel eigenschappen ontstaan onder heel specifieke omstandigheden, die later er al dan niet niet meer toe deden. Het toeval speelt in evolutie een grote rol, een richting is niet aan te geven. Er zijn wel wat factoren die vaker optreden. Bijvoorbeeld kan een grote mate van specialisatie gevaarlijk zijn. Generalisten lijken op de lange duur de betere kaarten te hebben. Maar wat evolutionair goed was, zegt weinig over wat straks goed zal zijn. Dat geldt ook voor eigenschappen in sociale systemen, zoals bestudeerd in de sociobiologie. Het is des te verbazingwekkender dat steeds weer geciteerd wordt uit de biologie om menselijk handelen te rechtvaardigen. Dat geldt voor progressief, op emancipatie gerichte gedachten. Maar net zo goed, of zelfs nog meer voor het huidige onverhuld, geldgedreven liberaal kapitalisme of de machtsbeluste politiek rechtse kringen. De ecologische puinhoop die we met elkaar gemaakt hebben vraagt om gemeenschappelijke inspanningen, en een morele verantwoording van regeringen en burgers. Maar wie zich overigens voor zijn eigen gedrag wil beroepen op natuurwetten begeeft zich op glad ijs. Ons morele kompas moet het doen zonder een biologisch excuus, daar helpt geen sociaal darwinisme aan.Vond je dit leuk? Deel deze nieuwsbrief met vrienden, familie, of wie dan ook van een goed natuurverhaal houdt.Tot de volgende nieuwsbrief!Hartelijke groet,Menno & Erwin🎙️ Menno en Erwin – Een reis door wetenschap en natuur Get full access to Menno en Erwin about Nature and Science at www.mennoenerwin.nl/subscribe
    --------  
    13:20
  • #156 Koningen van de aarde: regenwormen
    Beste luisteraars en lezers, hier weer een nieuwe aflevering van onze Menno en erwin podcast:“Men kan betwijfelen of er veel andere dieren zijn die zo'n belangrijk aandeel in de geschiedenis van de wereld gespeeld hebben als deze laag georganiseerde schepsels". Aan het woord is Darwin, en hij heeft het over regenwormen. Zijn laatste en meest succesvolle boek ging over humusvorming en de rol van regenwormen. Meer dan veertig jaar bestudeerde Darwin deze dieren, onderwierp ze aan experimenten en schreef ze zelfs intelligentie toe. Twijfel loos spelen regenwormen een enorme rol op aarde. Men schat dat ze de helft van de totale biomassa in onze bodem uitmaken. Ze hebben een groot aandeel in de vertering van plantenmateriaal en het vruchtbaar maken van onze grond. Afstammend van wormen in zee leven nu op het Noordelijk halfrond 670 soorten regenwormen, waarvan 22 in Nederland. Er zijn soorten gespecialiseerd in het leven in de strooisellaag, zoals de rode 10 cm lange mestpier en de rode gewone blauwkopworm. De veel grotere gewone regenworm, die wel 30 cm wordt en een bruinode en gelige kleur heeft, graaft tunnels naar beneden naar diepere grondlagen. De groene regenworm vertegenwoordigt een derde levenswijze, namelijk van ondiepe gangen evenwijdig aan het oppervlak, zij zorgen vaak voor het onder de grond brengen van bladafval. Dat doen ze op een handige manier, trekken (of beter zuigen) de punt als eerste naar beneden, en maakten daarmee dat Darwin ze voor intelligente wezens hield.Regenwormen zijn, naast een monddeel en een anale opening, opgebouwd uit vrijwel identieke geledingen, pakweg zo’n 150 segmenten. Op elk segment hebben ze een paar borstels, waarmee ze zich vast kunnen zetten in de aarde. Daar maken ze gebruik van om zich voort te bewegen, door afwisselend hun ringspieren en hun lengtespieren te spannen en ontspannen. Regenwormen zijn tweeslachtig, produceren zowel sperma als eieren. Voor de bevruchting leggen ze zich tegen aan ander exemplaar aan en in een ingenieus systeem zorgen de twee voor wederzijdse bevruchting. De bevruchte eieren worden in een cocon ter grootte van een erwt afgezet. Hun voortplantings-vermogen is groot, en dat is wel nodig. Regenwormen hebben veel vijanden. Ze zijn voer voor vogels zoals merels, roodborstjes, kraaien en zelfs buizerds. Zoogdieren jagen op ze, van dassen, egels en mollen tot aan spitsmuizen aan toe. De rij lijkt eindeloos, loopkevers, duizendpoten, bloedzuigers, een nieuwe exoot in de vorm van een Nieuw Zeelandse platworm, en dan zijn er nog parasitaire algen en aaltjes. De mens doet er ook nog het zijne toe, met kunstmest, gewasbeschermings-middelen, mechanische verstoring van de bodem en uitdroging. Het spreekwoordelijke regeneratievermogen van de regenworm speelt maar een beperkte rol, alleen als een klein deel van het achterlijf “netjes” wordt doorgesneden of gebeten overleven sommige regenwormsoorten de aanval.Zoals de naam al aanduid is een vochtige omgeving is van levensbelang voor de regenworm. De grond moet ook niet al te zuur zijn. Daar hebben veengebieden wel hun bestaan aan te danken. Als die niet een hogere zuurgraad hadden waren de plantenresten waar veen (en dus ook turf) uit bestaat geen kans. Maar waren allang door de regenworm verwerkt tot aardige humus. Regenwormen zorgen voor beluchting van de grond, hun tunnels helpen water in de grond vast te houden (ze hebben zelf geen problemen met ademhaling in een natte omgeving). Maar vooral zorgen ze voor grondverbetering, door de verwerking van plantenresten en de omzetting van humus in minerale stoffen die voor de plantengroei van levensbelang zijn. De doorwoeling kan ongelofelijke vormen aannemen. Regenwormen kunnen jaarlijks tot 80 ton aarde per hectare omzetten. Daarvoor bereiken ze samen met andere aardwormen dichtheden tot wel 30000 kilo per hectareVoor weidevogels is de bereikbaarheid van regenwormen, en ook de grotere soorten, van levensbelang. Het uitrijden van stalmest verrijkt de grond, wat op zich goed is voor regenwormenstand, zeker als de grond in elk geval ’s nachts ook vochtig blijft. Dat laat Gronings onderzoek zien, waarbij een bioloog zich plat op zijn buik liggend op een karretje over de wei voortbewoog. Hij constateerde dat de wormenbereikbaarheid terugliep als er mestinjectie van vloeibare mest plaats vond, ook wel zodenbemesting genoemd. Wageningse onderzoekers trokken de resultaten in twijfel. Zij waren wel de uitvinders van deze technologie, die gericht is op vermindering van mestbelasting. Of dat bij de mestinjectie het gewenste effect heeft lijkt nog geen uitgemaakte zaak. De techniek is inmiddels wel wat verfijnder geworden. Maar verstoring van de grond, en daarmee ook gevaar van uitdroging blijft bestaan. Recent onderzoek op verzoek van de Noordelijke provincies wijst in elk geval op voordelen van bovengrondse bemesting met vaste dan wel drijfmest boven zodebemesting. Niet alleen doen regenwormen het dan beter, ook de ontwikkeling van gewenste schimmels en bacteriën wordt er door bevorderd. Veel meer van dit soort onderzoek lijkt wenselijk, we weten in verhouding nog steeds heel weinig van de bodembiologie. Het belang van regenwormen staat sinds het werk van Darwin als een paal boven water. Get full access to Menno en Erwin about Nature and Science at www.mennoenerwin.nl/subscribe
    --------  
    19:55
  • #155 Het bijzondere van de natuur in februari
    Onderwerp: 🐦 Het bijzondere van de natuur in februariBeste lezer,Februari is de ideale maand om de dingen in de natuur te zien. Juist omdat er vaak nog niet zoveel te zien is, zie je wat er wel te zien is beter. Op de achtergrond gebeurt er van alles, planten bereiden zich voor op de lente, vogels zijn hun verre reis uit Afrika naar onze streken aan het voorbereiden of al begonnen. Maar wat we nu zien is vaak nog maar heel aarzelend. Winterharde bolgewassen als sneeuwklokjes en akonieten staan in bloei, net zo als de gaspeldoorn. Bomen en struiken laten net hun knoppen en katjes zien. Wie zijn de eersten? Behalve de pimpelmees beginnen nu ook de koolmees, vink, huismus, merel spreeuw en houtduif met hun territoriaal gezang. Daarmee hebben we gelijk ook de top zeven van de nationale tuinwintertelling te pakken. Maar maak je ook gevat op verrassingen, je kan nu ook al de hier sinds enige jaren overwinterende tjiftjaf horen. Vroeger moest je daar nog minstens twee maanden op wachten.De sprokkelmaand, een vernederlandste verbastering van het Latijnse woord voor een reinigingsfeestje van vroeger met de naam spurcalia, is een ongewisse maand. Het kan vriezen en dooien, en dat heeft veel invloed op plant en dier. Ganzen en eenden vliegen al wel of nog niet terug naar het noorden. De rozetten van tweejarige planten als teunisbloem, hondsdraf of look zonder look wagen zich al naar buiten of verfrommelen toch weer. Hazelaar, madeliefje, vroegeling en klein hoefblad staan al wel of nog niet in bloei. Gemiddeld telt februari nu 93 zonuren, dat is veel meer dan dertig jaar geleden. De neerslag is ook met een kwart toegenomen, het aantal vriesdagen en het aantal dagen dat het onder nul komt zijn beide fors afgenomen, de gemiddelde temperatuur een twee graden gestegen. Dat heeft wel gevolgen, bijvoorbeeld voor veranderingen in de groei en bloei van planten en de activiteit van insecten. Terwijl ooievaars, witte reigers en kieviten hier tegenwoordig overwinteren moeten we het zonder bonte kraaien doen. Die blijven tegenwoordig in Scandinavië.Vanwege al die verschuivingen en verschillen van jaar tot jaar is het een goed idee om wat je tegenkomt te noteren. Welke vogels hoor je in de vier weken van februari? Wanneer zie je de eerste spreeuw met een uitgekleurde gele snavel? Zie je al vogels van de zo langzaam rijpende klimopbessen eten? Ben je winterpaddenstoelen tegengekomen, een wintervlinder of andere insectensoorten? Wanneer zie je de eerste salamander weer zwemmen? Welke bomen laten knoppen en katjes zien, zie je al klein hoefblad, de eerste bladeren van het fluitenkruid? Gelukkig hebben we tegenwoordig veel hulp bij het herkennen van soorten via internet. Voor vogelgeluiden is er merlin bird id (hoor onze podcast 120 over merlin).Planten bijvoorbeeld via de site www.floravannederland.nl. Maar kijk ook op de websites van floron, sovon en naturalis. En dan is er de onvolprezen verzamelsite waarneming.nl, waar je ook op tijd en plaats geselecteerd de waarnemingen van anderen kan bekijken. Maar noteer ook de dingen waarover je je in februari verwondert. Wij doen dat bijvoorbeeld over de korstmossen, de heel bijzondere samenleving van schimmels en algen, zoals je die vaak op bomen en dode takken, maar ook op muurtjes kan vinden. We komen er binnenkort op terug. En dan zagen we ineens een patroon in de molshopen in het weiland, steeds vlak langs het voetpad door het grasveld. Jagen wij wormen omhoog door de trillingen als we over het pad lopen? Of is de grondstructuur daar juist anders? Wie kan het ons zeggen? Aan de oever van de waterplas zagen we futen en meerkoeten (hoor ook podcast 16 over de meerkoet) met hun poten vrolijk in het ijskoude trappelen. Hoe houden ze dat uit? Vaag kwam het begrip tegenstroomprincipe boven, ooit ergens gelezen. En jawel, thuis viel het kwartje. Bij nalezing viel ons ineens weer in dat deze vogels over een wondernet in hun poten beschikken, dankzij een slim georganiseerde bloedstoevoer met tegenstroomprincipe houden ze de voeten warm met een minimaal energieverlies. Er is in februari verbazend veel te zien en (her)ontdekken.We willen deze maandelijkse beschrijving van wat is er te zien in de natuur graag aan het eind van het jaar in boekvorm aanbieden. En jij kan daar mee helpen dus geef je mooiste ontdekking in de natuur op in de comments in dit stuk op substack en we nemen het mee in ons uit te geven boek. Vond je dit leuk? Deel deze nieuwsbrief met vrienden, familie, of wie dan ook van een goed natuurverhaal houdt.Tot de volgende nieuwsbrief!Hartelijke groet,Menno & Erwin🎙️ Menno en Erwin – Een reis door wetenschap en natuur Get full access to Menno en Erwin about Nature and Science at www.mennoenerwin.nl/subscribe
    --------  
    16:48

Meer podcasts

Over Menno en Erwin about Nature and Science

"Menno en Erwin Natuur en Wetenschap" verkent de fascinerende samensmelting van natuur en technologie. Prof. Menno Gerkema deelt zijn diepgaande kennis, terwijl Erwin Balkema de meest prikkelende vragen stelt. Van de raadsels van AI en biologische klokken tot de schoonheid van onontdekte natuurgebieden, elke aflevering is een avontuur in wetenschap en natuur. Volg ons voor een reis door verbazingwekkende ontdekkingen en inzichten. Jouw pad naar de wonderen van de natuur en de vooruitgang van technologie begint hier. www.mennoenerwin.nl/ www.mennoenerwin.nl
Podcast website

Luister naar Menno en Erwin about Nature and Science, Boerenverstand en vele andere podcasts van over de hele wereld met de radio.net-app

Ontvang de gratis radio.net app

  • Zenders en podcasts om te bookmarken
  • Streamen via Wi-Fi of Bluetooth
  • Ondersteunt Carplay & Android Auto
  • Veel andere app-functies
Social
v7.10.0 | © 2007-2025 radio.de GmbH
Generated: 3/11/2025 - 7:55:30 PM