Ds. W.L. Tukker: Afwachten of verwachten
Geen lijdelijkheid‘Lijdelijkheid kan een boer niet gebruiken. Als het ploegtijd is, hij moet ploegen, vóór naast vóór, heel zijn akker over, al zijn velden over. In het oosten moet een boer dan onderwijl het land van stenen zuiveren. Volgt na de ploegtijd een wat lichter werk, namelijk de egtijd, om het omgeploegde land te effenen! En dan volgt de zaaitijd, waarin de boer, met moeizame stappen gaande, het zaad zaait, al gaande en huilend. En dan kan de landman er niets meer aan doen! Het kostelijk zaad is hij kwijt. Dat ligt in de akker. VerwachtenEn nu mag hij de vrucht verwachten, kostelijke vrucht. Dat is ook geen lijdelijk afwachten, maar lijdzaam, dat is geduldig, eerbiedig afwachten. Dat is het overgeven aan Hem, van Wie de groei en de vruchtbaarheid moet komen. Vèrwachten, dat is wat anders dan afwachten. Verwachten is veel meer dan afwachten. Afwachten is wachten of er ook nog wat van komt. Daar zit het noodlot achter. Maar verwachten, dat is verwachten, dat er wel degelijk wat komt. Afwachten kijkt alleen maar naar de aarde; verwachten kijkt naar boven, naar de Vader van de lichten, van Wie alle goede gave en alle volmaakte gift afdaalt. Het verwachten verwacht niet dan kostelijke vrucht. VruchtHoe kostelijk is de vrucht voor een christen. Daar kleeft zweet aan dat zaad, het zweet uit Genesis 3. Daar kleeft bloed aan dat zaad, het bloed van de Borg. Dat is wat anders dan het bloedgeld van de arme, waaraan de hardheid van de rijken kleeft. De kostelijke vrucht is zo het van God gezegend zaad. Welnu, daar mag een christen op wachten, lankmoedig, wetend dat hij met de ijver der christenen er alles aan gedaan heeft, wetende dat nu nochtans alles aan de zegen van boven gelegen is.’