Lucas Egeling beïnvloedde Da Costa en Ledeboer
StemmenDe vader van Lambertus Ledeboer greep terug naar bronnen die eerder van invloed waren in de familie Ledeboer. In de hoop dat deze evenwicht zouden brengen in het geestelijk leven van zijn zoon. Bernardus wees op het werk van Egeling, Newton, Luther, Dumoulin, Saldenus en Lodenstein. Vanuit deze rij aan stemmen uit de traditie halen we de persoon van Lucas Egeling voor het voetlicht. GelijkenisNadat Lambertus Ledeboer een hevige bekeringservaring doormaakte, was de familie erg ongerust over zijn toestand. Vandaar dat zijn broer Johannes Paulus polshoogte moest nemen in Benthuizen. Daar werd hij gerustgesteld, omdat hij merkte dat zijn broer herkenbare trekken vertoonde in zijn optreden van niemand minder dan ds. L. Egeling. In een brief aan zijn ouders schrijft Johannes Paulus: ‘Maar hoe veel is door L.G.C. niet van ds. Egeling overgenomen, waartoe ten bewijze nog een klein en een groot voorbeeld; - eerst ’t kleintje, verbeeldt u ds. Egeling staande aan een tafel leunende, ’t hoofd een weinig Noord-oost-oost, de handjes voor zich elkander gelegen, enz. ’t Haar meen ik ook al op dezelfde wijze langs ’t hoofd, waarlijk wel eerwaardig hangende, precies eender stond L.G.C. voor mij. Maar nu ’t groote, te weten, toen ik hem zeide van dat uitroepen, ja uitschreeuwen van ‘genade! genade’ kreeg ik, let wel!! Kreeg ik bedaard tot antwoord ‘dat was in het gebed, en dat heb ik Ds. Egeling horen doen.’ Volgens zijn eigen waarneming stond Lambertus dus in zijn optreden niet al te ver af van Egeling. De hevige uitroep om genade had hij immers eerder gehoord, bij Egeling. De gedachte dat het bij Lambertus ‘aan het verstand zou haperen’, werd door Paulus Johannes daarop per brief weerlegd. VerbinderWie was deze influencer in het leven van Ledeboer? Lucas Egeling werd op 22 augustus 1764 geboren te Utrecht. Hij onderging sterk de invloed van ds. Jacobus Hinlopen die de zedeleer op de kansel bracht. Egeling studeerde godgeleerdheid in Utrecht onder de professoren Vos en Van Hamelsveld. In 1788 werd Egeling bevestigd tot predikant te Hemmen, waarna in 1794 Vollenhoven en in 1802 Hoorn volgden. Vervolgens diende hij van 1804-1835 de gemeente van Leiden. Hij maakte naam als prediker, tevens leverde hij een bijdrage over de homiletiek. Hij keurde het oplezen van preken af en drong aan op overeenstemming tussen de leer en het leven van predikanten. Een biograaf noemt Egeling een ‘ernstig, christelijk en Bijbelsch man, die bij alle nauwgezetheid, ja schroomvalligheid, in zijn handelingen een afkeer had van alle uiterlijk vertoon van vroomheid. Als vijand van alle twist en tweedragt, wilde hij éénheid en verbroedering zoveel mogelijk bevorderen.’ Lucas Egeling maakte zich de naam een vriend te zijn van ongelukkigen en behoeftigen waardig, vanwege zijn bijzondere zorg voor kwetsbare mensen en gevangenen. Da CostaEgeling was tevens de predikant die de Joodse bekeerlingen mr. Isaäc da Costa (1798-1860) en dr. Abraham Capadose (1795-1874) doopte. Op 26 september 1822 schreef Da Costa aan zijn vriend Willem de Clercq (1795-1844) over hem: ‘Onze gesprekken met ds. Egeling hebben eergisteravond een aanvang genomen. Ze zijn inderdaad stichtelijk en zalvend. Deze man is een braaf en oprecht christen, die (ik ben er zeker van) U bij uitstek zoude behagen… Ik hoop veel goeds voor ons van ons onderwijs.’ BilderdijkDe Clercq was aanwezig bij de doopplechtigheid van Da Costa en Capadose. Hij prees de eenvoudige prediker: ‘Alles toonde dat waar de geest van Christus heerscht, geen menschelijke wijsheid nodig is.’ Die eenvoud zou de Clercq als het ging om het gebed later contrasterend vinden met het optreden van Da Costa zelf: ‘Ter Borg en Egeling bidden aandoenlijk en eenvoudig, doch hierin dit gebed was een kracht als ware het, om dus te spreken, de poorten des hemels open te stormen.’ Willem De Clercq beschreef Egeling op dat moment als iemand die geen vriend was van Willem Bilderdijk (1756-1831) en die bevreesd was voor diens denkbeelden. Bilderdijk oefende grote invloed uit op Da Costa. Ds. Egeling ervoer afstand tot de denkbeelden die Da Costa ontwikkelde. Hij schreef zijn oud-catechisant: ‘Wij zijn in wijze van zien, van denken en gevoelen te zeer uiteenlopend, dan dat ik het voor mij raadzaam zou vinden U mijn gedachten hieromtrent mee te deelen.’ Egeling bleek echter niet geheel buiten beeld te blijven in deze kingen. Historicus J. van Eijnatten deed de suggestie dat Bilderdijk zich bij het ouder worden is gaan verdiepen in de gereformeerde traditie. In een briefwisseling tussen D. van Hogendorp en Da Costa (1822) geeft eerstgenoemde aan: ‘Men verhaalt hier en ook in Brussel dat Bilderdijk zijne belijdenis bij ds. Egeling leert.’ Onderscheidend geluidDr. Dubois geeft aan op welke punten Egeling zich onderscheidde ten opzichte van het heersende theologische denken van zijn dagen: ‘Niet alle predikanten aanvaarden de vlakke theologie. Er waren meerderen, die schriftuurlijk bleven prediken, de boodschap van verzoening centraal stelden, de Godheid van Christus voluit beleden en de noodzaak van een persoonlijk, op Christus gericht geloof beklemtoonden. Tot deze predikanten behoorden onder anderen ds. Lucas Egeling en ds. Nicolaas Schotsman (1754-1822).’ Nicolaas Schotsman (1754-1822) gaf in twee avondmaalspreken aandacht aan de Dordtse synode, waar hij een ‘erezuil’ voor uitgaf door zijn preken te vermarkten. Historicus dr. Otto de Jong stelt dat predikanten als Egeling en Schotsman een minderheid vormden, ‘met hun vraag naar persoonlijk, op Christus gericht, geloof.’ Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Gezinsgids.