Powered by RND
PodcastsOnderwijsVorming voor elke dag

Vorming voor elke dag

Ds. A.S. Middelkoop
Vorming voor elke dag
Nieuwste aflevering

Beschikbare afleveringen

5 van 650
  • Het Woord nam de overhand (Preek)
    Preek over Handelingen 19: 13-23.
    --------  
    41:42
  • Ds. I. Kievit over het noemen van de kindernaam bij de doop
    ‘Het is bekend, dat in de verschillende kerken bij de doop de naam van het kind wordt genoemd. De bedienaar van het sacrament spreekt, op het moment, dat hij overgaat tot het dopen, de naam van de dopeling uit. In slechts een enkele liturgie wordt de naam van het kind niet genoemd en het kind wordt in het algemeen toegesproken: Kind, ik doop u, enz.Maar bijna zonder uitzondering wordt de persoonsnaam genoemd, die dan ook wel de doopnaam wordt geheten in onderscheiding van de familienaam. In ons Doopformulier dient de letter N. om aan te duiden, dat de dienaar van het sacrament hier de naam van de dopeling moet invullen.Uit het boven gezegde blijkt dus reeds, dat het de bedoeling is, om de voornaam te noemen en niet de familienaam. De naam is een teken van de persoon, die wordt gedoopt. Deze persoon wordt ingelijfd in de Kerk Gods.Dit gebruik nu is zeer oud. Het was reeds in zwang toen nog meest volwassen personen werden gedoopt volgens de zendingsopdracht. De kerk van de eeuwen volgde dit gebruik terecht na. In het noemen van de naam zit betekenis. De naam is als het ware de hand, waarmee de God van het verbond het kind aangrijpt en inleidt in Zijn gemeenschap. Die bepaalde dopeling wordt in zijn naam afgezonderd en gedoopt in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heiligen Geest. Wij weten uit de Schrift dat de Heere God, bij bijzondere bemoeienissen van de genade in het verbond, de mensen noemde bij hun naam. Als Hij Zijn beloften verzekerde, spreekt Hij Abraham, Izaäk en Jacob aan bij hun naam.Het is wel waar, dat het kind zijn naam niet hoort noemen en in zover voor het kind geen uitwerking heeft, maar dat neemt niet weg, dat de belofte van God toch komt tot het kind, dat wordt gedoopt. Het is een genadige neerbuiging van de Heere tot dat bepaalde kind, genoemd met die bepaalde naam.Nu heeft men wel als bezwaar ingebracht, dat vooral in grotere gemeenten de gemeente toch niet weet wie worden gedoopt, ook al horen zij hun voornaam noemen. We zien vaak het half opstaan, het draaien van de kerkgangers om te zien wie er voor de doop staan. Nu heeft zeker de gemeente recht te weten wie worden gedoopt, ingelijfd in de gemeenschap van de Kerk.Het voorstel is wel gedaan om daarom bij het dopen óók de familienaam te noemen. Maar dat is toch niet gewenst. In de doopnaam is het kind getypeerd. Het was in Israël gewoonte bij de besnijdenis, in de plaats waarvan de Doop is gekomen, het kind zijn naam te geven. Denk maar aan Johannes bij zijn besnijdenis op de achtsten dag en bij de Heere Jezus (Luc. 1 : 59; Luc. 2 : 21).De beste oplossing zal hier wel zijn, zoals ook reeds meermalen geschiedt, om vóór de Doop aan de gemeente bekend te maken, dat de navolgende ouders hun kind willen laten dopen. Men noemt dan de voornamen en familienamen van de doopouders en de doopnamen van de kinderen. Zo weet de gemeente van wie er kinderen worden gedoopt. Bij de Doop zelf wordt dan alléén de voornaam, de doopnaam, van het kind genoemd. Er is ook wel voorgesteld, dat de ouderling van dienst achtereenvolgens de doopouders bij namen en geslachtsnamen oproept met hun kinderen naar het doopvont te komen. Dan kan elk lid van de gemeente horen, welk kind de heiligen Doop zal ontvangen. De eerste oplossing lijkt ons de beste. De dienaar van het Woord deelt de namen van de respectievelijke doopouders en die van hun kinderen mee, vóór de Doop, van de kansel. Er is geen reden, van het oude gebruik om bij het dopen zelf alléén de voornaam van het kind te noemen, af te wijken. Zo wordt eerst de naam van de dopeling uitgesproken en daarna de doopsformule: Ik doop u in de naam van de Vaders, enz. Na de doop een toepasselijk vers te laten zingen is zeker niet af te keuren, wanneer slechts het vers toepasselijk is op de doop.’
    --------  
    5:19
  • Ds. A. Vroegindeweij over Gods leiding in ons leven (3)
    En wanneer we zo op de vleugels van gebed en geloof leren vliegen — al is dat vliegen nog zo gebrekkig — geen nood, want zoals de moeder-arend haar vleugels uitspreidt onder haar jongen, zo doet ook de Heere. Wanneer we voor de eerste keer uit het nest vallen, is het net alsof we in de diepte zullen wegzinken. Maar daar worden we opgevangen door Hem. Daar voelen we die dragende vleugels onder ons, zodat we roemen moeten: Door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen.Gods kinderen zijn ook tot hinken en tot zinken ieder ogenblik gereed. Maar de Heere waakt over Zijn volk en er zal niemand van hen verloren gaan en niemand zal ze rukken uit de hand van de hemelse Vader. En eenmaal zullen we voor de laatste maal opstijgen op de vleugels van gebed en geloof om thuis te komen bij die God, Die ons op aarde in die wondere leidingen van zijn soevereine regering heeft doen voortgaan, opdat we zouden thuiskomen en eeuwig bij de Heere zouden zijn. Wat een troost voor allen die worstelen en strijden, die zo dikwijls dreigen weg te zinken, maar die toch thuisgebracht worden. Kennen we deze leidingen Gods in ons leven? Hebben we dat ook ervaren dat de Heere met ons handelt zoals een adelaar met haar jongen doet en ons leert vliegen achter Christus aan?Heeft de Heere God ons al over de rand van „ons nest" heengeworpen? Wanneer we in ons eigen nest blijven komen we eeuwig om, dan hebben we geen andere toekomst dan de buitenste duisternis, waar men huilt en de tanden knerst. Maar waar de Heere een goed werk in ons begint, waar de Heere God ons leert vliegen op de vleugels van geloof en gebed, daar zullen we niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben. Die wondere leiding van God hebben we nodig en zo leren we de Heere danken, vooral ook voor de wegen waarin Hij ons heeft leren vliegen. Wegen die door de diepte heen gingen, maar die ons brengen in het eeuwig licht.
    --------  
    3:19
  • Leer ons, Vader, U verwachten
    Leer ons, Vader! U verbeiden,Volgen, waar Gij ons wilt leiden,Steunen op Uw trouw en macht,Psalmen zingen in de nacht,Horen, wat Gij ons wilt leren,Uw bevel met daden eren,En, voor d’ uitkomst willig blind,Stil zijn als ’t gespeende kind. Leer ons wars zijn van het zorgenVoor de naderende morgen,Bij het kwaad, dat ons ontmoet,Stil geloven, God is goed:Biddend waken, moedig strijden,Need’rig wachten, hopend lijden,Vrolijk zijn met stil ontzag,Leer ons, Heer’! dit elke dag.  Hervormde bundel 1938
    --------  
    1:39
  • God bewees Zijn barmhartigheid en rechtvaardigheid in Christus (preek)
    Preek over NGB artikel 20 en Rom. 3: 21-26.
    --------  
    40:59

Meer Onderwijs podcasts

Over Vorming voor elke dag

De Vorming voor elke dag podcast. Goud uit het verleden. Gemunt voor vandaag.
Podcast website

Luister naar Vorming voor elke dag, NOOD en vele andere podcasts van over de hele wereld met de radio.net-app

Ontvang de gratis radio.net app

  • Zenders en podcasts om te bookmarken
  • Streamen via Wi-Fi of Bluetooth
  • Ondersteunt Carplay & Android Auto
  • Veel andere app-functies
Social
v7.23.9 | © 2007-2025 radio.de GmbH
Generated: 9/16/2025 - 9:15:36 PM