Blijven in Christus (1)
Gelovig en ongelovigEr is een groot onderscheid tussen gelovigen en gelovigen. In sommige zaken zijn zij gelijk. Allen voelen hun zonden; allen vertrouwen op Christus; allen hebben berouw en streven ernaar heilig te zijn. Allen hebben genade en geloof en vernieuwde harten. Maar zij verschillen veel in de mate van hun ontwikkeling. Sommigen zijn veel gelukkiger en heiliger Christenen dan anderen, en hebben veel meer invloed op de wereld. Wat zijn nu de verplichtingen die de Heere Jezus Zijn volk voorhoudt om hen naar een verheven heiligheid te doen streven? Dat is een vraag die van grote betekenis moet zijn voor iedere vrome ziel. Wie zou niet graag een bijzonder nuttige en gelukkige dienaar zijn van Christus? Het Schriftgedeelte dat voor ons ligt, werpt licht op dit onderwerp in drie opzichten. Blijf in MijIn de eerste plaats zegt onze Heere: "Indien gij in Mij blijft, en Mijn woord in u blijft, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden." Dit is een duidelijke belofte van kracht en zegen in het gebed. En wat is nu de grote hoofdzaak? Wij moeten "in Christus blijven" en "de woorden van Christus moeten in ons blijven." In Christus blijven betekent: de gewoonte van voortdurende innige vereniging met Hem vast te houden – altijd op Hem te leunen, op Hem te rusten, onze harten voor Hem uit te storten en Hem te bezitten als onze Bron van leven, als onze hoogste Vriend en beste Broeder. Zijn woorden in ons blijvend hebben, is: Zijn woorden en voorschriften voortdurend in ons geheugen en ons hart te hebben, en ze tot leidraad voor onze daden te maken, en tot de maatstaf van ons dagelijks gedrag en leven. Gebed Christenen van deze stempel, wordt ons gezegd, zullen niet tevergeefs bidden. Wat zij ook vragen, zullen zij verkrijgen, zolang zij dingen vragen die overeenkomstig Gods wil zijn. Geen werk zal dan te zwaar zijn en geen moeilijkheid onoverkomelijk. Vragende zullen zij ontvangen, en zoekende zullen zij vinden. Zo'n man was bijvoorbeeld Maarten Luther, de hervormer, en de martelaar Bisschop Latimer. Zo'n man was ook John Knox, van wie Maria, koningin van Schotland, zei: "Ik vrees zijn gebeden meer dan een leger van twintigduizend man." Er staat geschreven: "Een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel" (Jak. 5:16). Waarom is er nu zo weinig kracht in het gebed in onze tijd? Het antwoord is eenvoudig: omdat er zo weinig nauwe gemeenschap met Christus is, en zo weinig overeenstemming met Zijn wil. Mensen blijven niet in Christus, en daarom bidden zij tevergeefs. De woorden van Christus blijven niet in hen als toetssteen van hun handelen, en daarom lijken hun gebeden niet verhoord te worden. Zij "bidden en ontvangen niet, omdat zij verkeerd bidden" (Jak. 4:3). Laat deze les diep in ons hart doordringen. Hij die antwoord op zijn gebed wil, moet zorgvuldig de aanwijzingen van Christus opvolgen. Wij moeten een nauwe vriendschap met de grote Voorspreker in de hemel onderhouden, als onze smeekbeden verhoord willen worden.